
Hij eindigde vorig jaar als 11e na een indrukwekkende race, en dat heeft hem hongerig naar meer gemaakt. Lennert Van Eetvelt zal morgen met ambitie aan de start verschijnen van Strade Bianche in Siena. "Het wordt sowieso een snelle wedstrijd," voorspelt hij.
Vorig jaar waren de iconische witte grindwegen van Strade Bianche nat en grijs, maar nu blinken ze onder de felle Italiaanse zon. De editie van 2025 zal onder een strakblauwe hemel verreden worden, en teamleider Lennert Van Eetvelt kijkt ernaar uit. "Vorig jaar zoog het natte grind onze banden bijna letterlijk in de grond. Dit jaar kunnen we niet alleen een stoffige race verwachten, maar ook een veel snellere," zegt Van Eetvelt. Vanmorgen verkenden hij en het Lotto Cycling Team nog een laatste keer het slotgedeelte, inclusief de steile Le Tolfe-klim.
In de afgelopen weken reed Van Eetvelt al in de UAE Tour voordat hij opnieuw naar Tenerife trok om zich voor te bereiden op zijn eerste eendagswedstrijd van het seizoen. "Ik voelde mezelf met de dag verbeteren. Ik voel me nu goed, maar een koers als Strade is altijd onvoorspelbaar. Ik hoop een rol te spelen in de finale. Vorig jaar lukte dat, dus natuurlijk wil ik het nu nog beter doen. Een top-vijfplaats zou geweldig zijn, en een podium zelfs nog beter. Al denk ik dat dat het hoogst haalbare is."
Het parcours van deze editie van Strade Bianche is iets anders dan vorig jaar, met 16 gravelstroken in plaats van 15. Dat betekent nog meer grind, dankzij de toevoeging van het 9,3 km lange Serravalle-segment. "Het is de zesde van de zestien gravelstroken, ergens halverwege de koers. Ik denk niet dat het een enorm verschil zal maken," zegt Van Eetvelt. "Ik rijd niet vaak op gravel, maar wedstrijden zoals deze, en deze verkenningen—dat zijn momenten waar ik echt van geniet."
Foto: Brecht Steenhouwer