In Saint-Quentin-en-Yvelines, ten zuidwesten van Parijs, werd afgelopen week gestreden om de wereldtitels baanwielrennen. Lotto Soudal-renner Jasper De Buyst trad er voor de Belgische selectie in drie disciplines aan. De Vlaams-Brabander keerde met brons terug naar huis, behaald in de ploegkoers die hij reed samen met Otto Vergaerde. In het omnium, zijn grote doel voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro volgend jaar, eindigde hij vierde. Met het Belgische team strandde de 21-jarige renner in de kwalificaties van de ploegenachtervolging.
Ploegenachtervolging
De ploegenachtervolging reed De Buyst samen met Dominique Cornu, Moreno De Pauw en Jonathan Dufrasne. Het viertal zette de negende de tijd neer in de kwalificaties, enkel de acht besten mochten door naar de volgende ronde.
Omnium
Vrijdag stonden de eerste drie disciplines van het omnium op het programma. De Buyst werd vijfde in de scratch, vierde in de individuele achtervolging en zevende in de afvalling. Na de eerste dag stond de Belg op een gedeelde derde plaats. Zaterdag had De Buyst een moeizame start met de negende en tiende plaats in respectievelijk de kilometer en baanronde. In de afsluitende puntenkoers werd hij vierde. Dat is ook zijn resultaat in de eindranking. De Colombiaan Fernando Gaviria veroverde de regenboogtrui in het omnium. Het zilver was voor Glenn O’Shea, het brons voor Elia Viviani. Die ging De Buyst vooraf met drie punten. De Buyst had 178 punten, de Italiaan 181. De Buyst verzamelde in het omnium belangrijke punten met het oog op de Olympische Spelen. België is twee plaatsen gestegen op de UCI Olympic Track Ranking en bekleedt nu de zevende plaats, als vierde Europese land. Om een renner af te vaardigen voor het omnium moet een land in de top 18 staan én bovendien mogen er maar acht Europeanen deelnemen.
Ploegkoers
Op de slotdag veroverde De Buyst samen met Otto Vergaerde brons in de ploegkoers. Na 200 ronden van 250 meter, in totaal 50 kilometer, en tien sprinten (waar telkens 5, 3, 2 en één punt te verdienen waren) hadden de Belgen vijftien punten verzameld. Ze eindigden in dezelfde ronde als de nummers één en twee. Het goud was voor Frankrijk (Bryan Coquard en Morgan Kneisky) met een totaal van 21 punten, het zilver voor Italië (Liam Bertazzo en Elia Viviani) met twintig punten.
Doel behaald in de ploegkoers
Jasper De Buyst: “Normaalgezien had ik de ploegkoers gereden met Kenny De Ketele. Ons doel was om de wereldtitel te behalen. Vorig jaar waren we daar heel dicht bij. Kenny moest echter afzeggen wegens ziekte. Daarom heb ik de ploegkoers gereden samen met Otto Vergaerde. Ik rijd al anderhalf jaar bijna uitsluitend met Kenny en dat brengt automatismen met zich mee. Dus het was even aanpassen om met Otto te rijden. Het doel werd bijgesteld naar het behalen van een medaille. Ik had in het verleden wel al de ploegkoers gereden met Otto op het EK voor beloften, maar een WK bij de profs is toch helemaal anders. We hebben afwachtend gereden. We zijn heel jong en hebben vrij weinig ervaring, dus dat moest wel. Achteraf gezien is alles goed verlopen, dit was het hoogst haalbare in deze omstandigheden. Normaal zou ik de laatste sprint voor mijn rekening nemen, maar dat kwam niet uit. Ik heb Otto dan maar zo goed mogelijk afgezet. Hij pakte nog een punt en zo wonnen we de bronzen medaille.”
Werkpunten in het omnium
“Ik ben wel wat teleurgesteld in het omnium, waar ik net naast het brons greep. Het omnium is toch het grote doel voor de Olympische Spelen in Rio volgend jaar. Na de eerste dag zag het er goed uit, ik stond gedeeld derde. De tweede dag verliep stroever. De sprintnummers - de baanronde en kilometer - waren niet goed genoeg. Dat is een werkpunt. Daar liet ik heel veel punten liggen. Die kostten mij mogelijk de tweede of derde plaats. Aan Gaviria was er niet veel te doen. Vroeger waren de baanronde en kilometer wel sterke nummers van mij, anderzijds ben ik in andere nummers sterker geworden. Het is afwegen wat het belangrijkste wordt. Mijn achtervolging is een heel pak sneller dan vroeger. Ik ben sterker geworden, maar heb wat aan snelheid ingeboet. Ik moet daarin de balans vinden.”
Mentale rust
“Hoe dan ook, ik ben niet met lege handen naar huis gekomen. Uiteraard had ik graag meer gehad, maar toch is dit WK goed geweest. Met de vierde plaats in het omnium heb ik belangrijke punten behaald met het oog op de olympische selectie. Als ik vierde wordt hier op het WK, kan ik derde worden ook. Het doel blijft een olympische medaille. In de ranking staan we vrij stevig. Dat geeft wel vertrouwen naar volgende winter toe. De druk om punten te behalen wordt minder. Dat geeft mentale rust. De focus kan dan echt liggen op de werkpunten. Voor mij is de ploegenachtervolging minder belangrijk. De kans op kwalificatie voor Rio wordt heel klein. Er is wel verbetering, maar om naar Rio te gaan moet nog een grote stap gezet worden.”
Evaluatie van het seizoen
“Het seizoen is moeilijk begonnen, met een val in de Wereldbeker in Guadalajara, maar al bij al goed geëindigd. Ik ben blij dat ik een Wereldbekermedaille heb behaald, namelijk zilver in het omnium tijdens de derde manche in Cali. Ik ben ook blij met deze WK-medaille. De eindwinst in de Lotto Zesdaagse Vlaanderen-Gent samen met Kenny De Ketele is ook belangrijk voor mij. Nu is het enkele weken rust. Deze rustperiode is welkom, want ik ben vorig jaar rechtsreeks van de weg naar de piste overgeschakeld. In april begin ik aan het nieuwe wegseizoen.”