Afgelopen weekend vond in het Colombiaanse Cali de derde en laatste manche van de Wereldbeker baanwielrennen plaats. Jasper De Buyst behaalde er de zilveren medaille. Een opsteker nadat hij in Guadalajara moest opgeven na een val en achtste werd in de Wereldbeker in Londen. In de eindstand van de Wereldbeker werd De Buyst eveneens tweede. Het omnium is tijdens de Wereldbeker verspreid over twee dagen. De renners rijden op de eerste dag de scratch, individuele achtervolging en afvalling. De tweede dag staan de tijdrit (1 kilometer), vliegende ronde en puntenkoers op het programma.
Sterk geopend
De Buyst opende zaterdag sterk met een tweede plaats in de scratch en een tweede plaats in de individuele achtervolging. Daarna werd hij tiende in de afvalling. Na de eerste dag stond De Buyst op de tweede plaats in het klassement. Na de tijdrit van één kilometer en vliegende ronde op dag twee was hij gezakt naar de vierde plaats, maar de afsluitende puntenkoers deed hem twee plaatsen stijgen.
Rio 2016
In Cali verzamelde De Buyst belangrijke punten met het oog op de Olympische Spelen van Rio 2016. België staat momenteel negende in de UCI Olympic Track Ranking, als vijfde Europese land. Om een renner af te vaardigen voor het omnium moet een land in de top 18 staan én bovendien mogen er maar acht Europeanen deelnemen.
Geruststelling
Jasper De Buyst: “Deze zilveren medaille was welkom, sowieso heb ik de punten nodig met het oog op de Olympische Spelen. Het is een geruststelling. Ik was goed begonnen, met twee tweede plaatsen in de eerste twee nummers. Dat ik zo sterk start is niet mijn gewoonte. In de afvalling behaalde ik slechts de tiende plaats, daar is het verschil gemaakt voor goud of zilver. Ik maakte tactisch enkele verkeerde keuzes en dan loopt het snel verkeerd. Toch spookte het goud nog door mijn hoofd op het einde van de eerste dag. De tweede dag is de puntenkoers het belangrijkste, elk punt dat je pakt telt. Dat is een doorslaggevend onderdeel in het omnium en het ligt mij. Als wegrenner leunt de puntenkoers, die veertig kilometer lang is, het dichtst aan bij mijn kunnen.”
Onverwacht tweede in eindklassement
“Dat ik in het eindklassement van de Wereldbeker omnium ook tweede ben geworden, was onverwacht, zeker na mijn opgave in de eerste manche. Vorig jaar won ik dat klassement, nu had ik niet meer gerekend op dergelijk resultaat. Ik kijk door de omstandigheden niet zo tevreden terug op deze Wereldbekercampagne. In de eerste Wereldbekermanche had ik pech, daar kan je niets aan veranderen. In Londen voelde ik me slecht. Ik had de Zesdaagse van Gent gereden met een gebroken neus en een geblokkeerde rug, dat had kwalijke gevolgen. De tweede Wereldbeker was daardoor niet goed en dat wilde ik in Cali rechtzetten.”
WK Baanwielrennen (18 – 22 februari)
“Momenteel sta ik vrij veilig met het oog op de Olympische selectie. Op het WK eind februari vallen nog heel belangrijke punten te sprokkelen. Ik ben er heel gemotiveerd voor. Eerst rijd ik nog de Zesdaagse van Kopenhagen (29 januari – 3 februari, LTS), samen met thuisrijder Marc Hester.”