In de Ronde van het Baskenland (2.UWT, 5-10/04) werd in de vierde etappe (en tevens de langste met zijn 187 kilometer) van Vitoria-Gasteiz naar Hondarribia pas een vlucht gevormd na meer dan 100 kilometer koers. Tot dan kreeg geen enkele poging ook maar een beetje ruimte. Ook onze renners waren zeer actief maar ook Maurits Lammertink en Lorenzo Rota raakten niet weg.
Na 120 kilometer reed een groepje van vier toch een eind weg maar dat zou slechts een voetnoot worden in deze miniversie van de Clasica San Sebastian. Eens het peloton de flanken van de Alto de Jaizkibel aanviel, waren de vier vluchters eraan voor de moeite. Quinten Hermans ving de rit aan met twaalf bergpunten en stond zo tweede in dat klassement, met een luttel puntje minder dan Tadej Pogacar. Onze deeltijdse veldrijder kwam als eerste boven op de Jaizkibel (tweede categorie) en reed zo even virtueel in de bollen.
Uiteindelijk reed een nog grote groep in gestrekte draf naar de laatste klim van de dag, die naar Erlaitz. Goed voor vier kilometer klimmen aan gemiddeld 10%. Na de top was het nog twintig kilometer te gaan tot de finish. Zes sterke mannen reden weg in de afdaling en zij slaagden erin de groep met leider Primoz Roglic af te houden. Ion Izagirre (Astana) maakte het uiteindelijk af in de sprint. Hermans moest pas lossen op twee kilometer van de top van de Erlaitz maar slaagde er daarna wel nog in om weer naar de groep met onder meer Roglic te rijden. Na een explosief sprintje legde Quinten nog beslag op een knappe derde plaats. In bergklassement blijft hij in het spoor van Roglic, die nu drie punten meer telt. In het algemene klassement schuift hij op naar de dertigste plaats.
Quinten Hermans : " Ik ben een tevreden man vandaag. Astana leek geen zin te hebben in een vroege vlucht dus het was voor iedereen echt koersen op de limiet. In de twee eerste uren van de rit flirtten we constant met de 50 km/u. Het was niet echt het plan om vroeg aan te vallen en zo voor de ritzege te gaan want die laatste klim, de Erlaitz, is ontzettend zwaar. Ik liet alles een beetje op me afkomen want met dit sterke deelnemersveld wist ik niet goed wat ik vandaag waard zou zijn. Op het einde van de Erlaitz moest ik de favorieten laten gaan maar daarna heb ik me dubbel geplooid om de kloof nog te dichten. Ik wist namelijk dat ik nog wel iets in de tank had, of toch genoeg om te sprinten tegen al die klimmerstypes. Zo bleek ook, ik ben heel blij met deze negende plaats. Voor mezelf maar zeker ook voor de ploeg. Maar ik ben nog niet voldaan, ik wil echt elke kans grijpen om me hier te tonen. Ofwel door een rit te winnen, ofwel door een nevenklassement mee te graaien. Die bolletjestrui zegt me wel wat maar ik weet natuurlijk dat zo’n klimmer als Pogacar niet de minste is. Hem eens dragen zou daarom ook al mooi zijn."
Valerio Piva (sportdirecteur) : "Quinten heeft het vandaag ontzettend goed gedaan. Plan was om te wachten en hem goed naar de finale te loodsen. De bergtrui zit in zijn hoofd maar ik vrees dat Pogacar daar een taaie klant wordt. Maar zeg nooit nooit. Quinten rijdt niet alleen sterk, hij is ook zeer snel. Zo wint hij ook vlot de sprint van zijn groepje. We moeten hier met hem mikken op mooie rituitslagen en erna brengen we hem in de klassiekers. Daar kijken we naar uit want het is duidelijk dat zijn trainingskamp hem geen windeieren heeft gelegd. Quinten is een karakterbaasje van het soort dat zeker niet misstaat op WorldTour-niveau, dat had ik meteen in de gaten."
Foto: Cycling Media Agency