Morgen gaan de Olympische Spelen officieel van start met de openingsceremonie in het Maracaña-stadion in Rio de Janeiro. Een dag later moeten de wielrenners al aan de bak in de wegrit. Tim Wellens is een van de vijf Belgen die aan de start zullen verschijnen. Hij vormt een team samen met Laurens De Plus, Philippe Gilbert, Serge Pauwels en Greg Van Avermaet.
De wegwedstrijd is 241,5 kilometer lang. Na de start rijdt het 144 renners tellende peloton richting het Grumari circuit, dat vier keer afgelegd moet worden. In deze eerste lus liggen een kasseistrook van twee kilometer en twee hellingen. De eerste helling is 1,2 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 9%. De andere helling op het circuit is 2,1 kilometer lang met een gemiddeld percentage van 4,5%. Wanneer de renners vier keer het Grumari circuit hebben afgelegd, zetten ze koers naar het Vista Chinesa circuit. In deze ronde, die drie keer gereden wordt, ligt een lange beklimming van 8,9 kilometer gevolgd door een zes kilometer lange afdaling. Wanneer de renners de laatste keer de afdaling hebben genomen restten nog een twaalftal vlakke kilometers tot de aankomst.
De Belgische ploeg verkende dinsdag en woensdag het parcours. Wat is het oordeel van Tim Wellens?
Tim Wellens: “Het is een zwaar parcours, zoals op voorhand was aangegeven. Al is het ook niet superlastig op zich. De duur van de koers is natuurlijk ook een factor die meespeelt. Ik kan het niet meteen vergelijken met een andere wedstrijd. Het parcours is alleszins mooi en gevarieerd. In het eerste circuit liggen kasseien. Het is een redelijk lange strook en ze liggen er niet ideaal bij, maar het is te vroeg in de wedstrijd om een rol te spelen. We gaan er als Belgen niet van kunnen profiteren.”
“In de eerste lus zijn er twee korte beklimmingen met telkens een technische afdaling met een aantal bochten. In de tweede lus ligt de langste en zwaarste beklimming van de wedstrijd. Die klim bestaat uit twee delen. Het eerste deel is redelijk steil, daarna gaat het een beetje bergaf en daarna loopt de weg weer omhoog. Het gaat om bijna 500 hoogtemeters, te vergelijken met twee Ardennenhellingen na elkaar. Deze beklimming loopt trouwens door een woud; het is een fijne ervaring om daar eens door te rijden.”
“De finish is nog even verwijderd van de top van die laatste klim. Er volgt eerst een technische afdaling en daarna zijn er nog enkele vlakke kilometers. De afdaling is niet heel lang, dus het wordt moeilijk om daar het verschil te maken, zeker als het droog ligt. Indien je de beste bent, kan je de voorsprong van op de top misschien behouden, maar je moet sterk zijn om het alleen te redden op het vlakke.”
“Dat de aankomst niet bergop ligt kan een ander type winnaar opleveren dan een pure klimmer. Het geeft meer renners een kans. Sowieso zal het koersverloop veel bepalen. Als het tempo niet al te hoog ligt, kan een allrounder hier ook winnen. De bondscoach heeft een lijst opgemaakt van dertig kanshebbers die de finale kunnen rijden, daar zijn de Belgen nog niet bijgerekend. De standaardnamen komen naar voor, zoals Froome en Valverde. Er heerst een goed gevoel in de Belgische ploeg en we zijn allemaal erg gemotiveerd. Ik hoop net als de andere renners op een superdag, maar het is moeilijk te zeggen wat ik exact kan verwachten.”
De wegrit gaat ’s ochtends om half tien plaatselijke tijd van start, dat is om half drie in de namiddag in België. De aankomst wordt verwacht rond kwart over negen onze tijd.