Op de tweede dag van het EK Piste staat de ploegenachtervolging bij de dames junioren op het programma. Zes landen staan aan de start: naast België ook thuisland Italië, Rusland, Polen, Duitsland en Spanje. De Belgische ploeg bestaat uit Marith Vanhove, Katrijn De Clercq, Sara Maes en Julie De Wilde. Na het brons van Julie daags voordien staan de verwachtingen nog hoger gespannen, ons land kan niet elk jaar een dergelijk sterk juniorenkwartet bij elkaar brengen. Het is zaak om minstens bij de beste vier tijden te zijn om in de namiddag nog te kunnen strijden om de medailles.
Op de betonnen piste van 394m moeten 10 ronden worden afgelegd. Polen mag de spits afbijten en nadat zij gisteren reeds tekenden voor een aantal sterke prestaties is het duidelijk dat hun tijden wel eens richtinggevend kunnen zijn om al dan niet de laatste vier te halen.
Ons Belgisch kwartet komt als tweede op het ovaal. Marith heeft de meest explosieve benen en is startrijdster. De ploeg formeert vrij vlot en komt na 200m reeds door na 19,448", dat s beter dan Polen, ideale start. Het kwartet blijft stevige tijden neerzetten en loopt ronde na ronde verder uit, na de eerste kilometer komen ze door in 1:13.886 en is het verschil reeds 2" in het voordeel van onze "blauwe dames". De tweede kilometer wordt gerond na 2:25,719, meer dan 3" sneller, het optimisme in het supporterslegioen wordt sterker en sterker. Even verder haakt Sara af, wat was voorzien in het tactisch plan. De anderen blijven stevig doorfietsen. Na 3km komen ze door in 3:40,413, de voorsprong op Polen is dan geslonken naar 2", maar dat moet volstaan. Dan maken onze dames echter enkele foutjes die hen zuur opbreken, zij hebben bij het ingaan van de laatste ronde nog steeds anderhalve seconde voorsprong maar dan gaat het behoorlijk verkeerd. Julie gaat van kop, Marith trekt dadelijk stevig door, Julie kan niet aanpikken waardoor Marith en Katrijn moeten inhouden om haar te laten aansluiten en dat blijkt fataal. Zij eindigen in 4:56,638 terwijl Polen 4:56,029 op de tabel heeft staan. Het is dan nagelbijten om te zien wat de andere ploegen zullen doen.
Rusland opent zeer goed, maar na de eerste km liggen ze achter op onze dames, dan gaan evenwel de Russische registers open en worden alle tijden van de tabellen gevaagd, zij eindigen in 4:48,741.
Spanje doet het heel wat minder en zij zetten een eindtijd van 5:08,399 neer. Duitsland moet als voorlaatste van start. Ons kwartet heeft van hen gewonnen in januari in Apeldoorn en dus is er nog een straaltje hoop. Zij openen net iets beter dan onze dames maar raken dan in de volgende ronden achter op de Belgische tussentijden, op 2 ronden van het einde zijn ze zelfs nog bijna 3" trager dan onze dames, en de hoop laait weer op. Maar dan gaan de Duitse registers open, bij het luiden van de bel hebben ze nog zowat 1,3" achterstand op het Belgische schema, maar zij rijden wel een perfecte laatste ronde om met 4:56,027 op 2/1000 na dezelfde tijd te klokken als Polen. België staat nu op de vierde plaats met nog enkel thuisland Italië te gaan en de Azurri's zijn traditioneel specialisten in het vak. In de eerste 200m komt één van hen echter ten val. Daar het nog zo vroeg in de wedstrijd is laat het reglement toe dat ze herstarten.
Even lijkt het er op dat deze val hen nadeel zal berokkenen, maar eens de motor onder stoom razen ze door. Op 2 ronden van het einde hebben ze wel nog bijna een volle seconde achterstand op onze dames, maar dat maken ze nog allemaal goed om finaal te finishen na 4:54,028 wat meteen goed is voor de strijd om zilver en goud tegen Rusland. Slotsom is dat onze dames tot 2 ronden voor het einde enkel voor Rusland moesten onderdoen maar dan enkele steken laten vallen die hen uit de top-4 gooien waardoor ze vrede moeten nemen met de vijfde plaats, wat een zware ontgoocheling is na de vele maanden hard trainen om alles op punt te stellen in de hoop een medaille in dit prestigieuze nummer te halen.