Afgelopen weekend behaalde Nils Maerevoet zijn eerste zege in zijn jonge wielercarrière in Kruisem. Het smaakt alvast naar meer voor de tweedejaars nieuweling van het Van Moer logistics cycling team.
1. Je bent gestart als 14-jarige aspirant met wielrennen. Hoe ben je met de sport in contact gekomen?
Eigenlijk al van kleins af aan vaak gaan rijden met mijn pa, dat was vooral mountainbiken. Thuis als er koers was op tv, stond deze altijd wel op, dat was altijd wel leuk om naar te kijken vooral als de koplopers in de laatste km net gepakt werden of net voor het peloton bleven. Bij de keuze voor het middelbaar heb ik iets gekozen wat ik zelf leuk vond,fietsen, dus niet mijn vrienden gevolgd naar een school in de buurt. De eerste 2 jaar was de afstand te groot om met de fiets te doen dus gekozen voor op internaat te gaan. Het eerste jaar in het middelbaar moest ik nog veel goed maken tegenover mijn leeftijdsgenoten, op het einde van het jaar was dat wat minder. In het 2e middelbaar in januari ben ik bij Van Moer gekomen. Vanaf het 3e middelbaar rij ik dagelijks met de fiets naar school, ongeveer 23 km heen.
2. Hoe kijk je terug op vorig seizoen, wat dus je tweede seizoen was ?
In mijn 2e seizoen ben ik gestart met crossen. Ik heb een paar crossen gereden maar moeten stoppen door mijn allergie aan huisstofmijten. Ik vond het crossen wel leuk maar omdat je op de cross altijd zeer diep gaat, kreeg ik last van mijn ademhaling. Dan een paar weken stil gelegen en beginnen te trainen voor het wegseizoen, met een stage naar Spanje met KA Beveren. Waarbij mij opviel dat ik in Spanje nergens last van had, toen ik terug thuis was kreeg ik tranende ogen en begon ik te snotteren, dat was vooral de 1ste week daarna was het gedaan.
Vanaf maart tot juni waren mijn koersen wel goed maar ik voelde dat er meer in zat. In juli en augustus heb ik doelgerichter getraind waardoor mijn wedstrijden beter waren maar ik voelde toch dat ik nog wat miste tegenover de beste van de nieuwelingen. Als ik vanachter moest starten had ik 2 tot 3 rondes nodig om vooraan te geraken waardoor ik het in de laatste ronden het meestal lastiger kreeg.
3. Wat deed je in de koersloze periode om je conditie op peil te houden?
In het begin 3 keer per week met altijd een rit boven de 100 km met Ilan Hooftman, corona-proof, het Pajottenland ontdekt. Vanaf mei een rustperiode genomen omdat het ernaar uit zag dat we pas terug mochten beginnen met koersen in augustus. Toch nog minstens een keer gaan rijden om de conditie niet te laten wegzakken. Als ik niks te doen had, ben ik eindelijk echt begonnen met core-stabilitie waar ik nu de vruchten van pluk. In juni terug naar school 2/week. Midden juni zijn de ploegtrainingen terug begonnen waardoor ik echt terug ben beginnen te trainen. Daarbij had ik altijd wel meer dan 270 km/week. Eind juni zijn we dan op vierdaagse geweest met VMLCT naar Malmedy. Na Malmedy met KA Beveren dan nog een afscheidsritje gaan doen om het jaar toch nog mooi af te sluiten. Waardoor ik ’s woensdag geen te hoge verwachtingen had voor de eerste wedstrijd in Dikkebus.
4. In Kruisem behaalde je afgelopen weekend je allereerste zege. Verwacht om zo sterk aan het tweede deel van het seizoen te beginnen?
In februari had ik tegen mijn ouders gezegd dat ik toch zeker een wedstrijd zou winnen. Tijdens de krokus ben ik met school terug naar Spanje op stage geweest, thuis ben ik ziek geworden door het slechte weer waardoor ik geen wedstrijden heb kunnen rijden. Toen stond Corona voor de deur.
Ergens had ik het wel verwacht dat de herstart wel goed ging zijn maar om mijn 2e wedstrijd al meteen te winnen had ik niet verwacht. Ten opzichte van vorig jaar zit ik nu al na een paar bochten helemaal vooraan, waar ik mee de koers kan maken.
5. Heb je nog bepaalde doelen voor dit seizoen of/en wedstrijden waar je nog naar uitkijkt?
Mijn doelen voor dit jaar zijn toch nog wat podia te rijden in plaats van top 20 vergeleken met vorig jaar, doelen bijstellen heet dat dan. Ik kijk niet echt uit naar bepaalde wedstrijden. Ik ben gewoon altijd zeer blij als ik terug kan rijden. Als ik dan toch uitkijk naar wedstrijden zijn dat vooral de wedstrijden in het Waasland omdat daar de sponsors gevestigd zijn.
6. Welke parcours liggen jouw het beste ?
De parcours die me het beste liggen zijn degene met veel bochten. Er mag ook wel wat hoogteverschil zijn, liefst niet te steil omdat ik te veel gewicht moet meesleuren ( 1,87m en 74 kilo)
7. Wat zijn je sterkste punten en welk zijn je zwakke punten?
Mijn sterkste punt is dat ik een all-rounder ben. Mijn zwakke punt is klimmen, de korte heuvels kan ik wel volgen maar dat is puur op de power, klimmen boven de 5% daar heb ik moeite mee om te volgen.
8. Wat zijn je plannen voor de komende winter? Cross/piste? Waarom de keuze?
De komende winter ga ik de piste verkennen en zien of dat dat mij ligt, ook om te kijken of dat het te combineren valt met mijn allergie. Ik heb ook de piste gekozen om toch nog wat meer rotatie in de benen te krijgen, dat is altijd wel handig.
9. Met welke bekende renner zou je uzelf vergelijken en waarom?
Ik zou niet weten met wie ik me moet vergelijken, omdat ik nu nog een beetje aan het zoeken ben wat me het beste ligt en het is nog altijd een lange weg te gaan tot bij de profs dus dat kan nog vaak veranderen. Met vergelijken hou ik me niet echt bezig. Ik kijk vooral op naar Wout Van Aert en MVDP omdat ze beide zeer hard kunnen rijden en nog een goede spurt hebben ook.