Kevin Jehin rijdt bij Heist Zuiderkempen en won vorig weekend de wedstrijd in Hoeleden.
1. Hoe blik je terug op vorig seizoen?
Vorig seizoen was eigenlijk een kleine afknapper. Doordat ik volop aan het “omleggen” was, groeide ik op korte tijd heel erg, maar ik bleef een smal ventje zonder veel spiermassa. De aanpassing aan het wedstrijdritme bij de nieuwelingen was bijgevolg zeer moeilijk. In het begin van het seizoen was het dus echt wel “harken” om het peloton te kunnen volgen. Gelukkig had ik mijn ergste “groeischeut” in de tweede seizoenshelft achter de rug en kon ik mij vanaf dan ook al eens in de debatten mengen. Als ik terugblik naar 2012 moet ik dus eerlijk toegeven dat vorig seizoen niet veel zaaks was.
2. Wat vind je zelf u hoogtepunt en je grootste teleurstelling van seizoen 2012?
Mijn grootste teleurstellingen heb ik dus opgelopen in het begin van het seizoen omdat ik amper het peloton kon volgen. Die beginperiode was echt beschamend en ééntje om zo snel mogelijk te vergeten. Zoals ik reeds eerder al zei, was de tweede helft van het seizoen al heel wat beter en situeren de hoogtepunten of beter, de lichtpuntjes, zich daar. De wedstrijd in Booischot is me bijgebleven omdat ik daar ontdekt heb dat ik, hoewel ik niet kan spurten, mijn mannetje in de spurt wel kan staan als ik die op de juiste manier aanpak. In Booischot eindigde ik op de tweede plaats in de pelotonspurt (achter een aantal vluchters) doordat ik al van zeer ver het tempo fors de hoogte injoeg, waardoor alles op een lint kwam. Hierdoor moesten de ”snelle mannen” al verschillende renners passeren wilden ze een goede plaats bemachtigen. Een goede spurter zal ik echter nooit worden en een pelotonspurt zal ik ook niet winnen, maar in een spurt die al van vrij vroeg en tegen zeer hoge snelheid op gang getrokken wordt, kan ik op die manier af en toe wel een ereplaats bemachtigen.
3. Hoe heb je u voorbereid op het nieuwe seizoen? Piste?
In de winter heb ik niet op de piste gereden, hoewel ik op de piste van Hulshout zeer leuke momenten heb beleefd in de periode van de aspiranten. Naast het wegwielrennen is een andere passie van mij, freestyle-BMX. Dit beoefen ik vrij intensief en als het weer het in de winter toeliet, ging ik samen met mijn makkers de velden in op zelfgemaakte springbergen of naar een BMX-park. Door de strenge winter werden we verplicht om regelmatig de trein te nemen naar Boechout om met onze BMX’kes naar een indoorpark in Edegem te rijden.
Doordat je op een BMX-fiets praktisch altijd op je trappers staat, kweek je wel wat extra beenspieren aan wat me nu van pas komt. Ook om je behendigheid op de fiets bij te schaven, is het natuurlijk de aangewezen sport. Verder heb ik in de winter een beetje MTB gedaan, af en toe in de bossen gaan lopen, af en toe gaan zwemmen en af en toe kracht en snelheid getraind op de rollen.
4. Wanneer is het seizoen geslaagd voor je?
Voor een wielrenner is het uiteindelijke doel uiteraard zoveel mogelijk wedstrijden winnen en als het even kan ook de grote wedstrijden. Maar ik moet realistisch zijn: Tegen de échte klasbakken in het peloton moet ik, zeker voorlopig nog, het onderspit delven. In de jeugdreeksen wil ik me vooral tonen en me in de debatten mengen en vooral niet anoniem meerijden in het peloton. Dat dit me soms zuur opbreekt heb ik aan den lijve mogen ondervinden 14 dagen geleden in Ramsel toen ik mee weg was in de beslissende ontsnapping maar mezelf serieus tegen gekomen ben en een zware “klop van de hamer” kreeg. Dus mijn seizoen is geslaagd als ik mee voorin kan strijden en me in de wedstrijden kan tonen. Valt het dan tegen en knots ik dan met mijn hoofd tegen de muur, dan nemen we dat er maar bij, daar leer je uit.
5. Welke parcours zijn je favorieten/ wat zijn je sterkste punten in wedstrijd?
Een vlak parcours is niet aan mij besteed. Maar ook een wedstrijd met een knikje in werkt niet in mijn voordeel omdat hierop de mannen met de “grote molen” hun slag kunnen slaan. Het best zijn zware, slopende wedstrijden zoals zondag: Een heuvelend parcours, veel wind en hoge snelheid, zodat de tegenstand afgemat raakt. Macht heb ik nog niet, maar ik recupereer wel goed en dat komt in dergelijke wedstrijden het best tot zijn recht.
6. Je won inmiddels je eerste wedstrijd in Hoeleden. Verwacht?
Zoals ik reeds eerder zei: Tegen de échte klasbakken moet ik het onderspit delven. Dus echt verwacht was die overwinning niet. Ik voelde de laatste weken wel dat ik sterker werd en me in de ontsnappingen kon mengen. Maar dat is geen garantie op een ereplaats. In een wedstrijd moet het ook meezitten en een tikkeltje geluk is zeker mooi meegenomen. Jorden De Haes heeft bijvoorbeeld in Hoeleden heel dikwijls aangevallen en mee in de ontsnappingen gereden. Voor hetzelfde geld won hij de wedstrijd of bijvoorbeeld Glen Van Nuffelen.
7. Hoe waren de andere wedstrijden dit seizoen?
Tot op heden ben ik min of meer tevreden, omdat ik af en toe toch mee in de ontsnapping kon gaan, wat me toch al een aantal ereplaatsen heeft opgeleverd. Als je echt kijkt naar de uiteindelijke plaats is het misschien niet veel soeps, maar het belangrijkste voor mij en mijn supporters is, dat ik me toon in de wedstrijden en deze niet lijdzaam onderga.
8. Naar welke wedstrijden kijk je verder uit?
Vooral in de wedstrijden in mijn eigen buurt, deze van Hulshout, Booischot en Herselt zou ik me graag tonen omdat er dan toch wel wat mensen komen kijken die mij kennen.
9. Wat verwacht je van het BK ?
Tja … een BK dat kan je een klein beetje vergelijken met een wedstrijd van de Beker van België. In deze wedstrijden heb ik het tot nu toe extra moeilijk. In dergelijke wedstrijden gaat het er immers altijd zeer zenuwachtig aan toe, is het een gewriemel van jewelste met verschillende valpartijen tot gevolg en kan ik me, tot grote frustratie van mijn supporters, niet handhaven in de voorste gelederen van het peloton en laat ik me altijd opnieuw naar achteren drummen. Op die manier kan je uiteraard geen wedstrijd rijden en dus ook geen mooie plaats bemachtigen. Dus als je me vraagt wat ik van het BK verwacht, moet ik toegeven dat dit voorlopig geen wedstrijd is waar ik naar uitkijk, maar ik zal in elk geval mijn best doen. Als we eerlijk zijn, zal het BK eerder iets zijn voor de echte klasbakken zoals bijvoorbeeld een Robbe Ghys, Cedric Beullens, Sven De Witte, Dries Vastmans en nog verschillende anderen. Ik zal maar met mijn beide voetjes op de grond blijven, rustig groeien en niet te hoog van de toren blazen, want het is niet omdat ik één overwinning beet heb dat ik me mag gaan vergelijken met deze klasbakken.