WAC-renner Kasper Tierens is een echte volhouder. Ondanks zijn klein gestalte bleef hij dapper vechten voor een plaatsje in het peloton. Stilaan eist hij nu zijn plaats op in het peloton.
1. Dit was je tweede volledige seizoen als wielrenner. Hoe ben je bij de sport terecht gekomen? Voordat ik aan competitie deed, heb ik altijd al graag gefietst. Ik hield ervan om samen met mijn papa te gaan fietsen. Ook op vakantie in Frankrijk vond ik het leuk om tochten te doen in de bergen. Ik beklom graag alle grote bergen die de profrenners ook beklommen. Als jongen keek ik altijd op naar de renners op tv. Het fietsen zat er dus al een tijdje in voordat ik mijn eerste wedstrijden reed.
2. Wat waren voor u de mooiste momenten van het seizoen? Nadat ik het eerste seizoen telkens opnieuw moest knokken om de snelheid van het peloton te kunnen volgen, was ik bij mijn eerste wedstrijd van dit seizoen al meteen opgelucht dat het me vanaf de eerste koers lukte om het peloton te volgen. Naargelang het seizoen vorderde probeerde ik meer en meer mijn plaats in te nemen in het peloton. Ik probeerde de koersen uit te zoeken met een klein deelnemersveld. Hoewel er toch nog vele koersen waren dat het tempo te hoog lag, lukte het me bij de kleinere wedstrijdjes toch om goed mee te draaien in het peloton. Uiteindelijk behaalde ik eind april een 10de plaats in een kleine wedstrijd.
3. De eerste wedstrijden waren zeer moeilijk en was er van uitrijden geen sprake. Wat gaf je moed om te blijven doorzetten? Ik vind het heel leuk om samen met mijn andere trainingsmakkers te trainen en plezier te maken op de fiets. Hoewel de koersen niet zeer moeilijk en zwaar waren bleef ik er toch plezier in hebben om met mijn vrienden te gaan trainen. Tijdens mijn eerste koersen merkte ik dat ik één van de kleinste van het peloton was. Het leek me dus ook normaal dat ik het tempo van de grotere renners niet kon volgen. Ik bleef koersen omdat ik wist dat ik nog zou groeien en meer kans zou kunnen maken om te volgen. Ondertussen is die groeispurt volop bezig en ben ik al veel gegroeid sinds vorig jaar. Maar de kracht en spiermassa moet nog komen. Hopelijk komt deze snel zodat ik meer kan betekenen in de wedstrijden.
4. Hoe gaan de voorbereidingen deze winter verlopen naar de opbouw van 2015 toe? Sinds vrijdag (12 december) zijn mijn examens afgelopen. Vanaf nu begin ik al volop aan de voorbereiding richting volgend seizoen. Na een periode van trainingsbelemmering wegens de examens begin ik terug van nul. Ik probeer tijdens de vakantie en het eerste deel van januari zoveel mogelijk lange duurtrainingen te voltooien. Zo krijg ik de kilometers terug in de benen en bouw ik mijn conditie terug op. Eind januari, begin februari zal ik rustig overgaan op meer fartlek trainingen en intervaltrainingen om mijn anaerobe drempel weer een stukje op te schuiven richting de wedstrijden toe. Ik probeer wel de kilometers van de lange duurtrainingen nog te behouden aangezien de wedstrijden volgend seizoen weer een stukje langer worden (junioren). Ik zal het seizoen vroeg aanvangen om het koersritme terug gewoon te worden.
5. Ben je bijgelovig? Zoja, wat zijn de kenmerken ervan? Ik ben niet bijgelovig. Er zijn geen bepaalde zaken die ik voor een wedstrijd doe.
6. Naar welke renner op tv kijk je op? Waarom hem? Ik houd van renners die strijdlustig zijn. Renners die vechten voor elke overwinning op alle terreinen dat zijn voor mij echte helden. Greg van Avermaet vind ik de meest strijdlustige renner. Hoewel hij geen veelwinnaar is blijft hij toch in elke koers alles geven voor de overwinning. Ik houd niet zo van de sprinters die vaak winnen terwijl ze zich bijna nooit tonen in de koers. Maar wat zij doen is uiteraard ook een hele prestatie om telkens opnieuw als eerste over de meet te komen.