Jeroen van den Berghe vond als eerstejaars belofte zijn onderkomen bij Illi Bikes CT. Jeroen mocht inmiddels ook al een één zege aan zijn palmares toevoegen wat toch niet voor vele eerstejaars is weggelegd.
1. Is de overstap van junior naar belofte verlopen zoals je zelf voorop gesteld had? Wat was de moeilijkste aanpassing? Ik had zeker gehoopt goede uitslagen te rijden, maar had nooit durven denken dat ik van voor zou meedraaien in sommige wedstrijden. Mee in de kopgroep zitten of bijvoorbeeld een wedstrijd winnen wat al is gebeurd in Buggenhout. De moeilijkste aanpassing was het aantal km's en ook de gemiddelde snelheid dat hoog de lucht in gaat ofwel wedstrijden dat je moet rijden met veel oudere renners waaronder “elite.zc” of renners van grotere beloftenteams die natuurlijk een grote motor hebben dan ik zelf.
2. Voor de junioren die volgend seizoen de overstap maken. Welke goede raad kan je aan hen meegeven? Vooral goed trainen en het plezier eraan behouden. Je moet echt trainen met plezier want anders hou je dit niet vol. Zelf zou ik zeggen van hoop niet teveel bij de beloften want het is zeker niet gemakkelijk om de overstap te maken
3. Het seizoen loopt nog enkele maanden. Tevreden tot nu toe? Aan welke wedstrijden heb je de beste herinneringen en waarom? Ik ben tevreden over mijn seizoen tot nu toe, ook al kan het wel beter. De beste herinnering heb ik aan de wedstrijd in Buggenhout. Daar ben ik gewonnen in een finale dat ik nooit had durven dromen. Heel de koers in de aanval. De laatste ronden ingegaan en het peloton kwam aansluiten. In de laatste 5 km reed er een Spanjaard weg en ik dacht, ik zal maar meegaan. Er kwam nog een renner aansluiten en we gingen de laatste 2km in en ik zag het peloton terugkeren. Ik speelde alles of niets en ik legde hem op den 52-11 en ben gewoon blijven rijden en heb zo kunnen zegevieren. De Scheldeprijs voor beloften vond ik ook een zeer mooie koers met al de toeschouwers over het hele parcours is zeker een mooie belevenis.
4. Naar welke wedstrijden kijk je dit seizoen nog uit? Ik kijk uit naar elke wedstrijd die ik kan rijden. Elke wedstrijd doe ik mijn uiterste best om mee te kunnen doen voor een mooie uitslag. Binnenkort is er 'de ronde van Oost-Vlaanderen'. Ik hoop deze ronde goed uit te rijden en soms toch eens mee te strijden voor een dikke prijs.
5. Hoe staat het met je tijdrit capaciteiten? Werkpunt voor volgend seizoen? Tijdrijden train ik nog wel maar heb het meer aan de kant laten staan. Ik ben meer een hardrijder en vooral in de finale moet ik me ook tonen. Een rassprinter ben ik niet maar kan toch mezelf laten zien aan de aankomst. Ook trainen op tijdrijden is niet zo evident met de school. Op school kan je wel trainen maar toch niet je eigen ding doen. Je rijdt in een groep waar iedereen hetzelfde word aangepakt.
6. Als wat voor type renner zou je uzelf omschrijven? Mezelf omschrijf ik als een man van de macht. Op de grote molen draaien en in de spurt kan ik me tonen. In sommige wedstrijden zou ik liever nog eens een massasprint hebben zodat ik kan kijken waar ik mezelf kan plaatsen in zo een sprint. Zelf hou ik ook liever van echte power te ontwikkelen.
7. Op welke punten wil je uzelf zeker nog verbeteren naar volgend seizoen toe? In het bergop rijden zou ik natuurlijk nog willen verbeteren. Een echte klimmer zal ik nooit worden maar wel klimmen op de macht, dat wil ik goed kunnen. Er zijn altijd wel wedstrijden dat je eens een berg over moet. Mijn sprint zou ik wel willen verbeteren dat ik nog sneller kan worden en echt mee kan doen met de grote als het aankomt op een massasprint.
8. Spurt of solo? Waarom? Dit is niet gemakkelijk. Een sprint overwinning met grote namen aan de startlijn wil ik wel voor tekenen. Je weet nooit hoever het komt in een eindsprint. Als ik geluk heb om mezelf goed te positioneren ben ik nooit afgeschreven. Solo een overwinning behalen zou ik natuurlijk ook wel willen. Bij de junioren is dit nog te doen maar als beloften is dit zeker niet gemakkelijk. Er zijn maar een paar renners die alle renners het nakijken laten. Je komt aan de start met een hele hoop goede renners dus evident is het niet, maar misschien als ik blijf werken kan dit er misschien ooit wel eens van komen.
9. Ben je bijgelovig? Op welk vlak? Ja, toch wel. Alles wat ik draag onder de wedstrijd moet goed zitten. Is dat niet zo dan voel ik me niet goed in mijn vel en zal ik ook niet goed rijden.
Een ketting is misschien wel een geloof. Een kruisje dat je beschermt en een kus dat je geeft voor de wedstrijd zal altijd wel helpen in de morele steun. Iedere renner zal wel dingen hebben waar hij in gelooft onder de wedstrijd en zo kan je ook nog beter presteren als alles maar goed is voor jezelf.
10. Wanneer sluit je u seizoen als eerstejaars belofte met een goed gevoel af? Het seizoen is pas gedaan als ik de laatste wedstrijd een goede prestatie neerzet. Een overwinning en een aantal ereplaatsen zou goed zijn dit seizoen. Grote wedstrijden kunnen uitrijden en een mooie prestatie neerzetten en misschien nog een wedstrijd winnen dan is het seizoen voor mij heel goed afgesloten.
11. Wat geniet je voorkeur: een klimwedstrijd of een wedstrijd door regen en/of wind? Waarom? Door regen en wind. Een echte klimmer ben ik niet echt zoals ik al zegde. Ik ben meer een man van de macht. Door weer en wind worden alleen de echte flandriens verwacht aan de meet. Een klimkoers vind ik ook zeer mooi, maar dat is meer voor andere renners weggelegd die van aard zo zijn geboren.
12. Hoe combineer je het wielrennen met school/werken? Moeilijk? Of besloten om alles op de koers te zetten? Het wielrennen is goed te combineren met de school. Je kan goed trainen op school ook al is het niet altijd evident dat iedereen hetzelfde word opgenomen. De ene renner heeft meer een tijdrittraining nodig en de andere een sprinttraining. Het is niet altijd even gemakkelijk om dit op school te doen dus daarom moet ik thuis nog redelijk veel bijtrainen om aan de juiste km of soort training te komen.