Jari Carpentier heeft zijn seizoen als eerstejaars junior afgesloten met 8 zeges. Jari wil in 2016 zich opnieuw laten opmerken om zijn doelen te bereiken.
1. Hoe kijk je terug op je seizoen in het algemeen? Mijn seizoen was er één met mooie en minder mooie momenten. Zo kende ik in de eerste 3 maanden veel pech. Ik voelde mij echt goed maar kon dat niet laten zijn aan bepaalde mensen, door de vele pech met mijn fiets.
2. Je behaalde 8 overwinningen maar geen grote vis. Teleurgesteld dat deze ontbreekt? Neen, teleurstelling is er nooit geweest. Natuurlijk had ik mijn 8 overwinning graag ingewisseld in één grote overwinning, maar ik kon in de ster van Zuid-Limburg één dag de blauwe trui aantrekken en dat voelde goed. We hebben er echt samen met de ploeg van genoten dat weekend. De teleurstelling was immers groot na Kuurne-Brussel-Kuurne, in de eerste kilometers kwam ik ten val door een andere renner en moest ik mijn ambities op een goede uitslag op bergen en hopen de finish te halen.
3. Aan welke wedstrijden heb je een goed gevoel aan overgehouden? Kreeg je ook de nodige dosis pech te verwerken ? Een mooie herinnering heb ik aan mijn blauwe trui in de ster van Zuid-Limburg, maar de mooiste herinnering heb ik aan mijn overwinning in de Madonna. Daar kon ik voor eigen volk de wedstrijd hard maken en winnen voor eigen volk is altijd speciaal.
4. Hoe kijk je terug op de kampioenschappen? Tevreden of zat er meer in ? Naar het Belgisch kampioenschap kijk ik tevreden terug. Ik moest ploegmaat Gauthier helpen waar ik kon. Ik reed van ronde 2 weg en kon samen met 4 andere 7 ronden weg blijven. Toen wij ingerekend werden vertrok de juiste ontsnapping die voor de overwinning ging knokken en daar zat Gauthier bij, dus mijn werk was gedaan. Op het provinciaal kampioenschap was de teleurstelling veel groter, ik was er wel goed en de ploegmaten ook. Het was de bedoeling als het een sprint was dat ze werkten voor mij, maar we vonden elkaar te laat en konden ons niet positioneren. In de aanloop naar de spurt reed nog iemand in Giovanni zijn wiel en zo werden we nog gehinderd.
5. Op welke andere punten wil je uzelf zeker nog verbeteren naar volgend seizoen toe? Het grootste werkpunt blijft mijn tijdrijden. De positie is al heel wat verbeterd maar de cadans moet nog omhoog om mee te kunnen strijden voor de overwinning.
6. Spurt of solo? Waarom? Voor mij maakt dit niet echt uit als er maar gewonnen word (lacht). Liefst spurt ik voor de overwinning omdat ik vrij snel ben en dat speel ik dan ook uit in het wedstrijdverloop. Als de mogelijk zich voor doet probeer ik solo aan te komen, dat maakt de foto’s aan de aankomst mooier.
7. Hoe staat het met je tijdrit capaciteiten? Een werkpunt voor als je rondes rijdt bijvoorbeeld? De positie is al verbeterd maar de cadans moet nog omhoog om de gewenste snelheid te bereiken. Om in de toekomst een ronde te winnen zal dit zeker nog moeten verbeterd worden.
8. Wat geniet je voorkeur: een klimwedstrijd of een wedstrijd door regen en/of wind of een mix van beide? Waarom? Geef mij maar een wedstrijd door regen en wind, het typische Belgische weer. Door de wind komen de krachtpatsers naar boven. Bij tegenwind kan dan het verschil gemaakt worden zoals ik deed in Zerkegem toen ik mijn eerste overwinning pakte. Bij regenweer komen de durvers en de mannen met de beste stuurkunsten boven. Ik heb namelijk niet veel schrik in regenweer, ik vertrouw namelijk in mijn tubes die me door alle weersomstandigheden loodsen.
9. Hoe ga je u voorbereiden deze wintermaanden op het nieuwe seizoen? Nu word het vooral lopen, zwemmen en krachttraining binnen een week of twee ga ik dan weer de fiets op om mij voor te bereiden op de pistewedstrijden.
10. Je gaat nu tweedejaars junior worden wat toch een belangrijk jaar is na de toekomst toe. Wat zijn de doelen? Dit jaar word zeer belangrijk naar volgend seizoen om bij een goeie beloften ploeg aan de slag te kunnen en hopelijk word het EFC-ETIXX waar mijn ploeg opleidingsploeg van is. Ik hoop om toch een grootte wedstrijd te winnen en mij te bewijzen.