Dagelijks interviewen we enkele renners die deel uitmaken van de WK-selectie. Vandaag is Victor Campenaerts, Europees kampioen tijdrijden, aan de beurt. De renner van LottoNL-Jumbo rijdt zowel de ploegentijdrit als de individuele tijdrit.
1. Wat verwacht u van het wk?
Wat betreft de ploegentijdrit, heb ik samen met mijn ploegmaten veel ambitie. We hopen op het podium te eindigen. We beschikken over een sterke ploeg met volgende renners: Lars Boom, Primoz Roglic, Jos Van Emden, Stef Clement, Gijs Van Hoecke en ikzelf.
Wat betreft de individuele tijdrit, is het parcours net iets te selectief voor mij. De tijdrit eindigt op een klim van 3,4kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 9,1 procent. Als ik een superdag heb, hoop ik een top 10-plek te bemachtigen.
2. Hoe heeft u zich voorbereid?
Net voor het EK begin augustus ben ik op trainingskamp geweest. Daar heb ik een goede basis gelegd voor het vervolg van het seizoen. Na het EK heb ik een korte rustperiode ingelast en vervolgens heb ik enkele ééndagswedstrijden gereden. In de Ronde van Groot-Brittannië had ik een goed gevoel, zo heb ik onder andere een sterke tijdrit neergezet.
3. Met welke tegenstanders houdt u rekening?
Wat betreft de ploegentijdrit, is Team Sky de topfavoriet. Daaronder plaats ik ploegen zoals BMC, Quick Step-Floors en Orica Greenedge die alle drie over een sterke ploeg beschikken.
Wat betreft de individuele tijdrit, zijn Tom Dumoulin en Chris Froome de topfavorieten. Mijn ploegmaat Primoz Roglic maakt ook zeker kans op de titel. Mannen zoals Rohan Dennis en Bob Jungels zullen ook meespelen voor de knikkers. De wereldkampioen zal sowieso iemand zijn die zowel goed kan klimmen als goed kan tijdrijden. Het zal geen pure tijdrijder zijn.
4. Een tijdrit is zowel een mentale strijd als een fysieke strijd. Hoe beleeft u zo’n tijdrit?
Dat hangt ervan af indien ik een goed gevoel heb of een slecht gevoel. Bij een slecht gevoel is het al vanaf het begin afzien. De laatste 5km is altijd afzien. Tijdens een tijdrit focus ik mij op mijn wattages, mijn fietspositie en let ik ook op mijn lijnen.
Foto: Christopher Jobb - Radsportfotos