Jari Geerts heeft zijn fiets aan de haak gehangen voor zijn studies Burgerlijk Ingenieur aan de Ugent. Toch sluit Jari, welke vorig jaar 10 overwinningen op zijn naam schreef een terugkeer naar het wielrennen niet uit.
1. Wanneer ben je gestart met het wielrennen? Hoe bij de sport terecht gekomen? Eerst voetbalde ik bij Minderhout VV. van mijn zesde tot mijn elfde jaar. Toen we met de familie naar een cyclo-cross gingen kijken in Zundert vroegen ik en mijn broer Moreno of we mochten mee starten. Ik had al meteen de koersmicrobe te pakken. In mijn eerste crossje werd ik derde na ene zekere Mathieu Van Der Poel en Toon Wouters. Ik heb toen één jaar voetbal en veldrijden gecombineerd, maar toen er op de voetbal onenigheid kwam met de trainer heb ik zelf de keuze gemaakt om te stoppen met voetbal. Voetbal ging wel goed, want ik ben ooit gevraagd bij “Den Antwerp”, maar ik haalde meer plezier en voldoening uit de koers. Ik crosste daarna nog 3 jaar in Nederland en als voorbereiding reed ik dan een aantal wedstrijden op de weg. Bij de aspiranten heb ik verschillende medailles behaald in BK en PK op de weg en in de cross. Ik reed toen bij Frans Vos in Sint-Lenaarts, een fantastische sponsor, die een hart had voor de wielersport. Frans is spijtig genoeg overleden.
Als nieuweling heb ik dan de keuze gemaakt om mij toe te leggen op de weg, mede omdat ik dacht dat ik in de cross niet goed genoeg was. Achteraf gezien zat ik wel heel mijn aspirantenperiode tegen de beste van de wereld te crossen.
2. Op al je jaren in het peloton zal je wel verschillende goede en slechte momenten hebben beleefd. Wat waren voor jouw de belangrijkste? Echt slechte momenten waren er niet: ik heb gelukkig geen zware blessures of valpartijen meegemaakt. Ik heb altijd veel plezier gehad aan de koers. Ik heb elk seizoen verschillende wedstrijden kunnen winnen en ook elk seizoen het overgrote deel in de top tien gereden. Als tweedejaars nieuweling zat ik bij Seraing en ik werd er als Vlaming derde in het Waals Kampioenschap. Bij Gentse Velosport heb ik bij de junioren een fantastische tijd beleefd. Vooral ploegleider Jonas Van Hecke was “the best”. Ik won er als eerstejaars 7 wedstrijden en dan vorig jaar als tweedejaars 10 wedstrijden. Maar meer nog dan de resultaten doet het me deugd dat ik verschillende vrienden aan de koers heb overgehouden.
3. Wist je bij de start van het seizoen al dat dit u laatste was? Ben je tevreden erover? Ik heb in het middelbaar Latijn-Wiskunde 8u gestudeerd en dat is een goede basis om verder te studeren. De kans op een profcarrière is klein en daarom heb ik gekozen om eerst alles op hogere studies te zetten. Ik studeer nu aan de UGent voor Burgerlijk Ingenieur, wat vanzelfsprekend absolute prioriteit krijgt. Ik ben zeer tevreden over mijn laatste seizoen. Ik had stiekem wel gehoopt om meerdere koersen te kunnen winnen, maar 10 overwinningen had ik zeker niet verwacht.
4. Gaan we u nog zien langs het parcours? Ik zal zeker wel eens naar de koers gaan kijken en hopelijk, als ik wat meer tijd heb, kan ik weer gaan koersen. Wanneer dat is weet ik niet, maar ooit komt het wel weer. Mijn vader zegt altijd: “ talent is nooit weg en de rest is karakter”. Ik ga nog wel regelmatig met mijn koersfiets wat rondbollen, maar ik heb niet genoeg tijd om een goede conditie op te bouwen. Het is op de moment puur ontspanning. Ik heb te veel mooie momenten meegemaakt om de koers zomaar ineens definitief vaarwel te zeggen.
