Na twee veeleisende weken in de Ronde van Italië kregen de sprinters een laatste kans om voor het slotstuk in Rome voor deze zege te strijden. Een rit van iets minder dan 200 kilometer en zonder hindernissen verbond de gemeentes Pergine Valsugana en Caorle, in Venetië.
De Belgische sprinter Arne Marit, de beschermde renner in de finale, begon de laatste hectometers in een zetel dankzij het werk van zijn ploeggenoten. Marit werd net voor de rode vod door zijn lead out Laurenz Rex afgezet en bevond zich zo in het wiel van de latere winnaar Alberto Dainese.
Op het moment dat hij zijn sprint inzette, deed een sprong van zijn ketting de kansen van de vierde in de openingsrit helaas teniet. Zijn ploeggenoot Niccolo Bonifazio, die overnam, heeft ondanks alles toch nog een vierde plaats in de wacht kunnen slepen. Team Intermarché-Circus-Wanty telt nu vier top vijf plaatsen en tien top tien plaatsen in deze editie.
Arne Marit : "Ik heb hard gevochten om erbij te zijn, vandaag. Twee weken lang heb ik doorheen de bergen afgezien, met deze zeventiende etappe in het achterhoofd. Ik had er mijn doel van gemaakt. Vandaag heeft het team er alles aan gedaan om me in stelling te brengen om te winnen. Op 250 meter van de finish was ik ervan overtuigd dat ik de benen had om te winnen. Ik ging op een ideale manier langs de binnenkant door de laatste bocht. Ik was uiteindelijke in de vijfde positie, in het wiel van Dainese. Op het moment waarop ik mijn sprint lanceerde, sprong mijn ketting. Ik heb hier geen woorden voor. Op dit moment is het moeilijk te aanvaarden. Maar ik ga er alles aan doen om het de volgende dagen vol te houden en in Rome aan de start te komen met het doel om mijn eerste rit in een grote ronde te winnen."