Eerstejaars belofte Yarno Van Herck blikt samen met ons terug op zijn seizoen 2024. We kijken ook samen naar 2025 maar belichten ook zijn andere passie, het trainen van andere renners.
1. Het eerste seizoen als belofte is inmiddels al even achter jouw. Verliep het seizoen zoals je zelf verwachtte? Wat had je graag anders gezien?
Het was voor mij lastig om in te schatten wat ik zou moeten verwachten in mijn eerste jaar als belofte. Ik ben tevreden over mijn seizoen. Ik vind dat ik goede prestaties heb neergezet in de wedstrijden die mij lagen, met enkele podium- en ereplaatsen tot gevolg. Dit seizoen heb ik ook gemerkt dat pech altijd meerijdt. Zo kwam ik ten val in de profkoers van Lendelede, enkele dagen voor het PK tijdrijden. Mijn elleboog lag volledig open en ik heb tot de ochtend voor de tijdrit getwijfeld of ik zou starten. Uiteindelijk ben ik toch gestart, maar daar had ik snel spijt van. Ik kon totaal niet in mijn tijdritpositie liggen, waardoor ik een groot deel van de tijdrit rechtopzittend heb moeten rijden. Uiteindelijk strandde ik op een vierde plaats, waar ik nog mee kon leven. Wel jammer, want ik zag dat ik op slechts 13 seconden van de titel strandde. Toen wist ik dat er in normale omstandigheden zeker een titel of minstens een podiumplaats had ingezeten.
Verder was het jammer dat ik ten val kwam op de tweede dag van de Ronde van Oost-Vlaanderen. Deze rittenkoers zou mij goed moeten hebben gelegen door de lastige parcoursen. Daarvoor was er nog de aanrijding die ik op training meemaakte, drie dagen voor het BK op de weg. Mijn knie was dik, maar uiteindelijk ben ik toch gestart, met pijn. Ik was blij om me 100 km te kunnen tonen in de ontsnapping, al hing ik door de kniepijn vooral tussen mijn kader. Normaal gezien word ik beter richting het einde van het seizoen, maar nu merkte ik dat de vermoeidheid er toch in sloop door dubbel zoveel koerskilometers te hebben als de jaren ervoor. Ik zou dus nog graag de motor verder willen vergroten.
2. Één van je sterkste punten is het tijdrijden. Hoe waren deze als belofte?
In de tijdritten is het lastig om als clubrenner op te boksen tegen de devoteams die meer budget steken in deze discipline. Toch ben ik tevreden met de tijdritten die ik heb gereden: vierde op het PK, zoals hierboven beschreven en een ereplaats in Borlo. Poperinge had beter gekund, en het BK was totaal mijn parcours niet door redelijk wat klimwerk. Toch zou ik me als tweedejaars belofte graag weer meer willen focussen op de tijdritten. Ik heb namelijk gemerkt dat dit, door de uitbreiding van mijn capaciteiten, ook op de weg zijn vruchten afwerpt.
3. Je zit nu een jaar bij je nieuwe ploeg Urbano-Vulsteke-Bumaco Cycling Team en je blijft nog een jaar. Hoe hebben zij jou geholpen bij de overstap naar de beloften?
Ik ben heel blij met de kansen die ik heb gekregen bij het Urbano-Vulsteke-Bumaco Cycling Team. Doordat ze een mooi programma hebben en ik de kans heb gekregen om hier ook mooie wedstrijden uit te rijden, heb ik veel ervaring opgedaan in het grotere werk bij de beloften. Hier hoop ik de komende jaren de vruchten van te plukken.
4. Welke stappen hoop je in 2025 te zetten? Wat zie je als jouw grootste werkpunten nog?
Ik zou graag de motor nog verder willen vergroten, in combinatie met weer meer focus op de tijdritten. Ik denk dat de combinatie van beide ongetwijfeld zijn vruchten gaat afwerpen in de andere koersen.
5. Seizoen 2025 zal geslaagd zijn als...
Mijn prestaties nog beter zijn dan in 2024. Ik heb in 2024 verschillende ereplaatsen en podiums gereden in de kermiskoersen. Dit wil ik in 2025 overdoen, liefst met nog meer ereplaatsen en extremere uitschieters in bepaalde interclubs.
6. Sinds dit jaar ben je ook actief als coach van enkele renners. Op welke manier probeer je jouw kennis van al die jaren in de wielersport over te dragen aan hen?
De coaching doe ik puur uit passie voor de sport. Ik probeer vooral mijn kennis en ervaring te delen met de renners die ik coach. Ik heb zelf veel bereikt en geleerd sinds het begin dat ik koers en wilde dit graag overdragen. Mijn bachelorstudies Sport en Bewegen dragen hier zeker aan bij. Tot nu toe lukt dit goed, want ik krijg veel positieve feedback van mijn renners. Door mijn passie voor training probeer ik 24/7 bereikbaar te zijn om kort op de bal te kunnen spelen als er iets is of veranderd moet worden aan hun planning.
7. Wanneer ben je tevreden als coach? Op welke manier probeer je een verschil te maken ten opzichte van andere coaches?
Ik ben tevreden als coach als ik zie dat mijn renners verbeteren en een gezonde groei doormaken. Het is makkelijk om een renner veel te laten trainen bij de jeugd; deze zal dan op korte termijn goed rijden. Ik probeer hier het verschil te maken door de renners erop te wijzen dat ze een gezonde groei moeten doormaken en op zichzelf moeten focussen in plaats van op anderen die misschien meer trainen. Iedereen moet de ontwikkeling stap voor stap doormaken en pas focussen op uitslagen in wedstrijden als hun lichaam en ontwikkeling daar klaar voor zijn. Wielrennen is namelijk een lange weg.
Verder probeer ik zoveel mogelijk variabelen en data te gebruiken bij het begeleiden van renners. Ik weet uit ervaring dat dagelijkse activiteiten een groot verschil maken in herstel en hoe hard je kan trainen. Ik probeer me zo goed mogelijk in te leven in de wereld van de renner die ik coach, om zijn trainingsschema te baseren op zijn activiteiten buiten het wielrennen (school, werk). Dit is iets waar veel trainers de tijd of kennis niet voor hebben, maar het maakt een groot verschil. Veel trainers stellen een trainingsschema op en schrikken als hun renner niet gerecupereerd is. Logisch, als deze naast wielrennen nog andere dingen te doen heeft in zijn dagelijks leven.
In mijn vrije tijd lees ik veel studies en artikelen om bij te leren. Ik weet al veel op verschillende vlakken, maar je kunt nooit alles weten. Wanneer ik interessante nieuwigheden tegenkom op het gebied van voeding, testing en training, kijk ik hoe en of deze geschikt zijn om te implementeren in het schema van mijn atleten of mijn eigen schema. Zo probeer ik steeds nieuwigheden te vinden om een stap voor te blijven op de concurrentie.