Xander Baele startte in augustus 2019 met wielrennen. Begin oktober van dit jaar kon hij voor de eerste keer het zegegebaar maken. Xander combineert het wielrennen met de duivensport. Een zeer speciale combinatie wat om meer uitleg vraagt.
1. Je bent gestart vorig jaar als aspirant 14-jaar met koersen. Hoe heb je de liefde voor de fiets ontdekt?
Ik ging regelmatig fietsen samen met een toeristengroep uit de buurt en dit ging redelijk goed. Op een bepaald moment zei iemand tot me :”Hey, Xander zou je niet eens beginnen koersen." Mijn ouders wilden mij de kans geven en schreven mij in bij een koers te Lierde. Ik reed al onmiddellijk mijn koers uit en dit zonder enige begeleiding. Ik ben begonnen in augustus vorig jaar, dus het seizoen was al redelijk op het einde.
2. Hoe kijk je terug op je seizoen als nieuweling eerstejaars? Tevreden?
Ik ben in het algemeen wel tevreden. Mijn vader zei in het begin van het seizoen tegen mij: ”Xander, in het begin moet je nog niet veel verwachten , want je moet leren in groep te rijden en dit vraagt toch wel wat techniek , volharding en een goede conditie. Je mag al blij zijn als je uw koersen kan uitrijden." Toch vanaf mijn eerste koers heb ik alle wedstrijden uitgereden, behalve als ik eens lek reed of defect had aan mijn fiets. Maar ik begon aan te vallen en reed regelmatig top 20 waar ik persoonlijk zeer tevreden over ben.
3. Begin oktober behaalde je jouw eerste zege. Verwacht om al zo snel op het hoogste schavot te staan van het podium ?
Neen, zeker niet! Dit was zeer verrassend maar voelde mij die dag TOP.
4. Wat zijn je sterke en zwakke punten op de weg ?
Mijn zwakke punt is dat ik groot ben (1,92 meter) en dat bochten nemen heel wat moeilijker is dan als je kleiner bent .
Mijn sterkte is dat ik een goede conditie heb en graag bij de eerste wil zijn. Ik ben niet kleinzerig, heb karakter en wil volharden daardoor probeer ik ook veel aan te vallen als de mogelijkheid er is en dit zowel in goede en slechte weersomstandigheden, dit kan me echter niet deren.
5. Naast het wielrennen heb je ook nog een grote liefde voor de duivensport. Hoe ben je hierin ingerold?
Mijn opa heeft een feestzaal waar nu een duivenlokaal is. Ik ging regelmatig met mijn opa naar de duifjes kijken en terug spoorden verschillende duivenliefhebbers me aan of ik ook geen duivenmelker wilde worden net zoals mijn opa en vader in het verleden waren. Blijkbaar speelden deze goed. Mijn vader heeft mijn eerste hokje gezet en zo ben ik begonnen. Ondertussen hebben we een 80-tal wedstrijdduiven en werd ik ook al verschillende keren kampioen bij de jeugdclub.
6. Hoe reageren je leeftijdsgenoten als je zegt dat je duivenmelker bent?
Positief. Sommige tonen interesse, sommige vinden het een beetje raar om op mijn leeftijd met de duiven te spelen maar ja, ik trek mij dat niet aan zolang ik er plezier in heb. Mijn moeder zegt dat ik een reïncarnatie ben van een oude ziel want koersen en duivenmelker zijn één van de oudste sporten. Naast deze twee activiteiten kook en bak ik graag en werk graag in de tuin. Ik ben volgens mijn moeder een speciaal ‘manneke’. Computer en videogames zijn niet aan me besteed, ik ben liever buiten bezig.
7. Moest je kiezen tussen het wielrennen en de duivensport, naar wat gaat je voorkeur uit en waarom?
Dit is niet makkelijk om een keuze te maken en beide activiteiten kan je niet met elkaar vergelijken.
Als duivenmelker heb je veel werk met het verzorgen van uw duifjes en hen te trainen om goede vluchten te vliegen. Ik vind het fijn om mijn duiven in goede conditie te zien en kijk steeds uit naar de terugkomst van hun vlucht. Ik weet zelfs welke duif het is als ze nog in de lucht hangt. Dit is eerder een passieve sport waar je uw lichaam niet moet gebruiken maar waar je wel zorgzaam moet zijn voor uw duifjes .
Koersen daarentegen is een actieve sport waar ik mijn lichaam moet gebruiken en tegelijkertijd word ik daar ook zeer rustig van om op mijn ééntje te gaan trainen. Ik ga ook dikwijls met mijn ploeg en andere renners trainen.
Tot op heden zou ik geen van beiden kunnen missen, maar ik geef toe dat het niet altijd makkelijk is om beiden te combineren maar dan helpen mijn ouders wel. Bijvoorbeeld mijn vader wacht de duiven op, terwijl mijn moeder met mij ondertussen naar koers vertrekt. Of na het verzorgen van de duiven, ga ik nadien nog wat trainen. Neem het van mij aan, ik kan zeer goed slapen.
8. Wat zijn de plannen deze winter om je voor te bereiden op hopelijk een iets meer normale seizoen 2021?
Gewoon zoals voordien goed blijven trainen, dit alleen en onder begeleiding van mijn ploeg Van der Vurst Cycling Team te Herzele .
