Ondanks dat de uitslagen uitbleven, heeft Stijn Goolaerts een mooi 2014 achter de rug. Deze werden ook opgemerkt door de ploegleider van het Davo Cycling Team, Benny Vanbrabant, welke hem een contract aanbood voor 2015. Stijn heeft al enkele doelen vooropgesteld voor 2015.
1. Wat waren voor u de mooiste momenten van het afgelopen seizoen? Mijn overwinning in Bazel-Kruibeke zorgde voor opluchting. Ik reed heel wat sterke wedstrijden, maar kon moeilijk een mooie uitslag rijden. Die solo-overwinning zorgde voor bevestiging. Tijdens de St-Martinusprijs in Kontich, maakte ik voor het eerst kennis met het ronde-werk. Ik reed een knappe en verstandige ronde, maar wist vooral te overtuigen met mijn tijdritten. Mijn aanvalslust werd hier trouwens beloond met de rode trui. Hierdoor wist ik mijn contract met het DAVO-LOTTO Cycling Team te versieren. Persoonlijk vond ik mijn wedstrijd in Baardegem de strafste prestatie. Ik werd er 4e, maar wist de ijzersterke Amerikaan Jack Maddux en een sterk AVIA-blok het leven zuur te maken en achter mij te laten.
2. Vond je uw seizoen geslaagd? Ja en neen. Uitslagen zeggen niet altijd alles. Vaak reed ik zeer sterk, maar was dit niet te lezen in de uitslagen. Ik wist wel dat ik hierdoor alleen maar sterker kon van worden. Niet voor niets wist een topploeg als DAVO mij toch op te merken. Mijn goede tijdritten van dit jaar maakten vooral de doorslag. De kansen die DAVO mij biedt, geven mij de mogelijkheden om mij te meten met de betere renners. Een lastige blessure, een moeilijke aanpassing aan de nieuwe fiets zorgden er bovendien voor dat ik heel wat tijd verloor in de voorbereiding. Wat mogelijk mijn mindere uitslagen veroorzaakten.
3. Op welk vlak wil je volgend seizoen een stap voorwaarts zetten? Ik wil vooral veel leren in de grote wedstrijden. In interclubs en de Beker van België heb ik nog heel veel te leren. Vooral op het vlak van positionering in het peloton en wedstrijdaanvoeling.
4. Hoe gaan de voorbereidingen verlopen naar de opbouw van 2015 toe? Mijn winterse opbouw bestaat vooral uit het afleggen van MTB-toertochten om kracht en weerstand op te bouwen, 2 x per week een looptraining, stabilisatie-oefeningen op een bal, en extensieve duurtrainingen. Spijtig genoeg kreeg ik in november en december 2 maal te maken met een herval van klierkoorts. Vandaar mijn voorzichtige opbouw.
5. Welke wedstrijd is nu al in 2015 met stip aangeduid in je kalender? Waarom? Hoewel er geen afzonderlijk verreden PK van Antwerpen op de weg zal zijn, staat dit kampioenschap toch mee op mijn lijstje. Mits wat geluk valt daar toch misschien iets te rapen. Het PK van Antwerpen in Oostmalle op de tijdritfiets staat dubbel onderstreept. Na mijn eerste kennismaking vorig jaar, verwacht ik nu toch wel meer. Een nieuwe toptijdritfiets werd aangeschaft, en ondertussen werd deze al helemaal goed afgesteld op mijn lichaam. Ook de testtijdritten zeggen mij heel wat. Mij meten met de beste tijdrijders van België is een prima uitdaging en kunnen mij heel wat bijleren. Hopelijk kan ik hierdoor een selectie afdwingen voor het BK tijdrijden. Ik hou een voorliefde voor een aantal wedstrijden. In Baardegem heb ik mijn geliefkoosd terrein. Ik voel mij er zeer goed en rij daar steeds makkelijk. Mentaal scheelt dat een pak. In de St. Martinus prijs (4-daagse) van Kontich wil ik graag sterk uitpakken. Met mijn tijdritten en een zeer sterke ploeg, kan ik daar hoog eindigen in het algemeen klassement.
6. Als tweedejaars junior heb je gekozen voor Davo CT. Een bewuste keuze? Waarom? Na de St. Martinusprijs in Kontich werden al de eerste contacten gelegd. De mogelijkheden die zij bieden, het materiaal en vooral de lessen die ik daar kan leren doen een renner niet twijfelen. Dan moet je ervoor gaan om op een hoger niveau te komen.
7. Ben je bijgelovig? Zoja, wat zijn de kenmerken ervan? Ik ben niet echt bijgelovig, maar toch betrap ik mezelf soms op een aantal zaken. Zo heb ik een vast ritueel op vlak van kledij. Steeds hou ik hetzelfde pakket kledij of materiaal dat enkel voor wedstrijden gebruikt wordt. Ook kwestie van gewoontes. Als ik een week iets anders doe de dag voor/van de koers en ik die wedstrijd goed rij, dan is de kans groot dat ik dit de week erna weer zal doen.
8. Wat doe je het liefst: rondes of klassiekers? Het liefst rij ik een ronde. Tijdens de ritten in een ronde wordt er veel minder nerveus gekoerst dan tijdens een klassieker. Bovendien ligt het slopende effect van een meerdaagse me wel. Ik recupereer snel en kan een dag later opnieuw sterk rijden. Ik hou van het tactische tijdens een ronde. Mijn voordeel in een ronde is de tijdrit, die mij enige garantie biedt op een goed klassement. Zo kan je beter meten wie de sterke renners zijn. De klassiekers hebben een zeer mooie uitstraling. Ik hou er wel van, de parkoersen liggen me wel, maar ik wordt vooral afgeschrikt door het zenuwachtige gedoe. De vele valpartijen tijdens die wedstrijden zijn vaak angstaanjagend.
9. Als je u zou moeten vergelijken met een bekende renner, welke zou je kiezen en waarom? Dat is een moeilijke vraag. Ik kan mezelf moeilijk vergelijken met één bepaald type renner. Een renner die graag aanvalt, kilometers alleen voorop rijdt, een boeiend wedstrijdverhaal wil schrijven, … zo wil ik mezelf liefst omschrijven. Iemand die niet bang is van een lastig parkoers, wat klimwerk kan verteren en een zeer degelijke tijdrit in de benen heeft. Aan jullie om er een naam op te kleven?!
