Mathieu van der Poel voelt zich klaar om zijn titel in de Ronde van Vlaanderen te verdedigen. De tweevoudige winnaar stoomde zich de voorbije week klaar in Spanje. “Daar heb ik in ideale omstandigheden nog wat extra arbeid verricht om zowel in de Ronde als Parijs-Roubaix in orde te zijn.”
Nog even terugblikken op jouw overwinning in Milaan-San Remo. Heeft die voor extra gemoedsrust gezorgd?
“Sowieso! Als je een monument hebt gewonnen, koerst dat altijd wat gemakkelijker nadien. Milaan-San Remo was een van mijn grote doelen. Mooi dat ik die nu op mijn erelijst heb. Maar dat betekent dan ook weer niet dat ik straks met minder ambitie aan de start zal staan.”
Je koos er deze week voor om in Spanje te trainen. Dat was belangrijker dan een verkenning?
“Toch wel. Ik heb de Ronde nu al een paar keer gereden. Ik ken het parcours. Vorige vrijdag reed ik ook de E3 Harelbeke, deels over dezelfde wegen. Dan vloog ik liever naar de Spaanse kust om de laatste hand aan mijn voorbereiding te leggen. De goede weersomstandigheden daar waren uiteraard ook een bepalende factor.”
Heb je nog zware trainingen afgewerkt?
“Ik heb in het verleden al gemerkt dat ik in Parijs-Roubaix meestal net iets minder was dan in de Ronde van Vlaanderen. Dat wilde ik dit jaar vermijden. Zondag (de dag van Gent-Wevelgem) werkte ik er nog een laatste echt lange training af, maar ook de dagen erna stonden nog wat langere trips op het menu met extra accenten om in de Ronde al op mijn best te zijn. De laatste dagen bouwde ik uiteraard wat rust in, om de frisheid te bewaren.”
Je laatste wedstrijd was E3 Harelbeke. Met welk gevoel ben je daar van de fiets gestapt?
“Ik vond mezelf daar een hele sterke wedstrijd rijden. Natuurlijk had ik liever gewonnen, maar Wout was net iets sterker in de sprint. Onderweg voelde ik me zeker bij de besten in koers en dat is wat ik heb meegenomen. Al mag je E3 niet helemaal vergelijken met de Ronde, die nog een stuk langer is.”
Iedereen heeft het over de ‘grote drie’: Wout van Aert, Tadej Pogacar en jijzelf zijn de grote favorieten. Hoe schat jij dat zelf in?
“Vóór de wedstrijd ga ik me zeker niet vastpinnen op een driestrijd. De koers is onvoorspelbaar. Er kunnen goede renners zijn die anticiperen. En er kunnen renners opduiken die anders, specifieker hebben toegewerkt naar de Ronde en zondag ook in staat zijn om de cruciale passages te overleven. Het is té gemakkelijk om te zeggen dat we er met zijn drieën bovenuit gaan steken.”
Alpecin-Deceuninck is versterkt in de breedte, maar Søren Kragh Andersen was de voorbije dagen verkouden, Michael Gogl is net terug van ziekte. Terwijl Jumbo-Visma als ploeg de kasseiklassiekers domineert… Wat betekent dit voor zondag?
“Iedereen heeft gezien dat Jumbo-Visma er bovenuit steekt. Na wat ze de voorbije weken hebben getoond, is het logisch dat naar hen zal gekeken worden. Maar dat neemt niet weg dat ik vind dat ook wij initiatief moeten nemen op het moment dat het nodig is.”
Als we ervan uitgaan dat Tadej Pogacar en Wout van Aert dan toch jouw belangrijkste rivalen worden. Wie van beide vrees je het meest?
“Ze zijn allebei gevaarlijk op hun manier. Tadej rijdt het liefst alleen naar de finish. Die zal er ons proberen afrijden op de hellingen. Wout is dan weer de meest lastige klant in de sprint.”
Wat is jouw ideale scenario?
“De voorbije drie edities reden we telkens met twee naar de aankomst in Oudenaarde. Alleen binnenkomen zou wel eens iets speciaal zijn, maar dat is niet evident want na de Paterberg is het nog een heel eind en niet te vergelijken met de finale van Milaan-San Remo. Sowieso hoop ik op een scenario waarin ik meedoe voor een derde overwinning.”
Met een derde zege zou je meteen mede-recordhouder worden. Heb je daar al aan gedacht?
“Ik wist het wel, maar ik ben er nog niet mee bezig geweest. Eén keer de Ronde van Vlaanderen winnen, dát was een doelstelling. Maar ik pin me absoluut niet vast op een aantal. Het zou wel mooi zijn.”
Wat neem je mee uit je vorige Rondes?
“Je neemt de ervaring mee, natuurlijk. Wanneer en waar je goed moet positioneren. Je kent de belangrijke passages. Maar goede benen is een grotere vereiste dan die ervaring. Je mag alle onderdelen beheersen als de beste, als je zondag de benen niet hebt, koop je er niets mee.”
Hoe vergelijk je zelf jouw vorm met vorig jaar?
“Dat is een moeilijke. Door de rugproblemen was de aanloop vorig jaar atypisch, maar uiteindelijk haalde ik er toch mijn allerbeste niveau die dag. Nu heb ik het gevoel dat ik meer ‘koersklaar’ ben. Vorig jaar lukte het ook met een iets minder brede basis, maar dan duurt de piek net iets minder lang. In Roubaix waren de benen al wat minder. Dat is dit jaar hopelijk anders.”