Als eerstejaars U23 scoorde Senne Hulsmans enkele sterke top tien resultaten in eendagswedstrijden - acht, om precies te zijn - en kreeg hij zelfs de kans om tegen de profs te rijden. Jan Kino, zijn Belgische teamgenoot die zich richt op het klimmen, had het dit seizoen een beetje moeilijk door gezondheidsredenen, maar hij is klaar om dit achter zich te laten nu ze zich allebei richten op de volgende stap in hun carrière.
"Het was geen gemakkelijk seizoen, want het was mijn eerste jaar op Continentaal niveau. Maar het was een jaar waarin ik veel kon leren, meer ervaring kon opdoen en kon bouwen aan de toekomst. Het rijden van de GP Monseré en de Antwerp Port Epic tegen de profs heeft zeker geholpen, omdat ik kon zien hoe een wedstrijd op dat niveau wordt gereden", aldus Senne Hulsmans.
"Deze stap is een droom die uitkomt. Mijn vader was vroeger prof en reed voor Quick-Step. Ik ben opgegroeid in een wielermilieu en alles draaide om Quick-Step. Het voelt een beetje als thuiskomen, ook al is het niet in de grote ploeg. Het is gewoon fantastisch", vervolgt Senne. "Mijn vader wordt ook ploegleider in het Devo Team. Het voelt bijzonder om hem nu al als sportdirecteur aan mijn zijde te hebben. Hij heeft veel kennis, want hij is zelf profrenner geweest. Ik ben een sprinter en hou ook van de klassiekers, zoals Parijs-Roubaix, maar ook de korte klimmetjes in de Vlaamse Ardennen liggen me wel. Ik heb nog geen specifieke doelen, maar ik hoop te groeien en te laten zien waartoe ik in staat ben."
Jan Kino, die dit seizoen de Giro della Valle d'Aosta reed, kijkt ook uit naar volgend jaar: "Het is fantastisch, we krijgen de beste omgeving om ons op hoog niveau te ontwikkelen. Ik ben echt blij dat ik daar deel van kan uitmaken. Ik hoop dat ik me volgend seizoen kan laten zien als klimmer, want daar heb ik dit jaar een grote kans voor gemist. Een ander doel van mij is om meer aan mijn tijdrit te werken en die te verbeteren."
"Voor mij was het geen goed seizoen", aldus de 19-jarige Kino, die het wielrennen combineert met een studie civiele techniek. "De eerste vier maanden van dit jaar was ik uit competitie door een knieblessure. Daarna keerde ik in juli terug in de koers, maar na de Valle d'Aosta werd ik echt ziek door Covid en moest ik helemaal opnieuw opbouwen. Pas nu, sinds begin september, voel ik me weer goed en dat is helaas laat."
Teammanager Bart Roosens is blij met de twee Belgische talenten op het roster: "Zoals altijd geef ik eerstejaars U23-renners twee jaar de tijd om zich te tonen. Daarom wil ik deze twee jonge jongens nog minstens één jaar de tijd geven om zich verder te ontwikkelen en te bewijzen waartoe ze in staat zijn. Senne heeft als klassiekerrenner en sprinter geen gemakkelijk seizoen gehad om zich aan te passen aan het niveau, wat normaal is. Jan is een groot klimtalent met een zeer grote motor en de juiste mentaliteit, en hopelijk wordt hij volgend seizoen niet geconfronteerd met ziekte of blessures zodat hij dat allemaal kan laten zien."
Foto Senne Hulsmans