Cériel Desal mocht in Zonnebeke enkele weken geleden zijn sprinttalent tonen en zo zijn allereerste zege op zijn palmares zetten.
1) Wanneer ben je gestart met wielrennen? Hoe bij de sport terecht gekomen? Ik maakte mijn debuut bij de 12-jarige aspiranten. Het was vooral mijn opa die mij vertelde om te beginnen met wielrennen. Hij nam mij een paar keer mee op training en zag dat ik niet slecht was.
2) Hoe liep de voorbereiding naar het seizoen toe? Tevreden? Ik ben zeker tevreden over mijn voorbereiding naar het seizoen. Ik kon een mooi schema volgen en ik werd slechts maar één keer korttijdig ziek.
3) Je won in de eerste maand van het nieuwe seizoen de wedstrijd in Zandvoorde. Deze overwinning was tevens je allereerste. Speciaal gevoel? Smaakt deze zege naar meer? Het is inderdaad een speciaal gevoel. Het eerste moment besefte ik niet echt dat ik gewonnen had. Ik was zo gelukkig. Het was precies of ik aan het dromen was, want ik wacht al 5 jaar op een overwinning. Het was ook heel emotioneel, vooral voor mijn supporters. Ik zou natuurlijk dolgraag nog een koers winnen dit seizoen. Maar of dat zal lukken, is nog iets anders…
4) Naar welke wedstrijden wil je dit seizoen pieken? Vooral voor de koers in Roeselare ben ik heel erg gemotiveerd. Voor eigen publiek, zou ik toch wel graag een mooie prestatie neerzetten. Ook het BK in Hooglede-Gits spreekt mij aan. Het is ook niet ver en ik passeer er wekelijks om te trainen. In het parcours zit ook de Gitsberg, een lastige berg met kasseien wat me wel moet liggen. Een top 20 zou hier zeer mooi zijn. Vorig jaar kon ik niet meedoen omdat we op vakantie waren.
5) Hoe staat het met je tijdrit capaciteiten, welke toch belangrijk zijn in diverse ronden? Een individuele tijdrit heb ik bij de nieuwelingen nog nooit gedaan. Enkel een ploegentijdrit. We werden achtste en ik kon bij onze ploeg blijven. Bij de aspiranten waren het meer ‘prologen’. Korte tijdritten van ongeveer 3 km. Ik deed dit zeker niet slecht maar ook niet super.
6) Als wat voor type renner zou je uzelf omschrijven? Ik zou mezelf omschrijven als een ‘All Rounder”. Ik doe alles graag, zowel kasseien als klimmen, sprinten, hardrijden, tijdrijden, aanvallen, …
7) Ben je bijgelovig? Wat zijn de kenmerken? Bijgelovig ben ik niet echt, maar wel gelovig. Elke koers draag ik een paternoster die ik heb gekregen van mijn oma.
8) Wanneer ga je tevreden zijn van het seizoen? Ik zal tevreden zijn van mijn seizoen als ik verder een constant seizoen kan rijden. Dat ik na de koers er een goed gevoel aan overhoud, dat ik geen “off day” heb. Ik denk dat mijn seizoen tot dusver zeker geslaagd is. Met als kroon op het werk een overwinning…