Het seizoen als eerstejaars junior vorig jaar was er één om snel te vergeten voor Thomas Ryckaert. Thomas wil dit jaar zich nog verder ontwikkelen als renner.
1. Je seizoen als eerstejaars junior viel compleet in het water doordat toxoplasmose bij je werd vastgesteld. Ben je volledig hersteld nu? Was het een zware opdoffer? In het begin van vorig seizoen was de conditie goed en ik paste me goed aan bij de manier van koersen bij de junioren met enkele mooie resultaten. Maar vlug voelde ik dat ik veel meer moest doen om hetzelfde te blijven bereiken in wedstrijden. Bloedanalyse bracht de ware oorzaak: toxoplasmose. Volgens mijn behandelde arts was er geen medicatie nodig, enkel door te rusten zou de ziekte te genezen zijn. Ik bleef op het gemak fietsen en nam niet deel aan wedstrijden. De opdoffer was wel de eerstvolgende bloedcontrole die aantoonde dat de ziekte nog verergerd was en haar top nog niet bereikt had. Veel van 2014 had ik niet meer te verwachten op sportief gebied. Blijven rustig fietsen zou een brug leggen naar het volgend seizoen. Vanaf november 2014 is toxoplasmose volledig uit mijn lichaam.
2. Hoe verliepen de voorbereidingen naar het seizoen toe? Tevreden? Tot en met de eerste week van 2015 was het algemene voorbereidingsperiode naar het komend seizoen. Gedurende die periode reed ik op de weg, op de rollen, in het veld en op de piste. Liep ik wekelijks, ging sporadisch zwemmen, deed ik aan stretchen, aan rompstabilisatie en aan kracht/uithouding in zaal. Alles aan een lage intensiteit voor het leggen van een goede basis voor de komende trainingsperiode: de wedstrijdvoorbereidingsperiode. Tot eind februari waren de specifieke trainingen soms zeer zwaar. We trainen in een heterogene groep. Onze trainer gaf opdrachten voor elk van ons en volgde de meeste trainingen. Die trainingen leveren reeds de verwachte resultaten.
3. Je won onmiddellijk één van de eerste wedstrijden in het prille seizoen. Had je dat verwacht? Hoe beleefde je de wedstrijd? Vanaf de wedstrijd te Vlamertinge was het duidelijk dat ik en mijn twee junioren trainingsmaten Ewout Cornette en Bjorn Blondeel (we zijn alle drie van Watervliet) over een goede conditie beschikten. Tijdens een groot deel van de wedstrijd leek het er op dat we alle drie in de top 10 zouden eindigen op meer dan 120 starters. Tijdens de interclub Tienen-Zepperen had ik een heel goed gevoel en viel net naast het podium. Die lijn doortrekken in de wedstrijd van Knesselare was het volgend doel. Ik voelde vlug dat ik en mijn trainingsmaats geviseerd werden en wegspringen was niet zo evident. Blijven gaan en koers maken is ons logo. Ik raakte voorop met goede compagnons en kon het afmaken in de sprint.
4. Naar welke wedstrijd wil je dit seizoen pieken? Ik begon te koersen bij de 14-jarige aspiranten en kende een constante groei. Die groei, op termijn of tijdens een seizoen, wil ik verder zetten. Tijdens het wedstrijd seizoen is mijn trainingsprogramma er ook wel op gericht om te pieken naar waar de meesten willen pieken, nl. de kampioenschappen (provinciaal en nationaal). Maar perioden van specifiek trainen en van rusten berusten niet enkel daarop. Zo doe ik dit jaar een eerste stage tijdens de eerste week van de Paasvakantie, niettegenstaande het PK tijdrijden, waar ik ook mijn zinnen heb gezet, de week er na.
De omloop het Nieuwsblad van 19 juli in Boekhoute staat onderlijnd, en ik wil me tonen in mijn eigen Watervliet op 6 juli.
5. Hoe staat het met je tijdritcapaciteiten, welke toch belangrijk zijn in diverse ronden? Die belangrijke ronden zijn nu nog niet van toepassing. Met het oog op later moeten wij van onze trainer nu al elke week een rit afleggen op een tijdritfiets, zo ook verleden winter. Sinds enkele weken werken we een tijdrit trainingsprogramma af met als doel om goed te zijn op het PK te Ursel op 15 april. Die wekelijkse trainingen, of rondritten, op de trainingsfiets blijven het hele jaar van toepassing. Verleden jaar was ik 10e op het PK, nu moet het beter.
6. Aan welke buitenlandse wedstrijden zou je willen deelnemen en waarom? Ik heb zeer bewust gekozen om te koersen in de kleuren van het C.T. Keukens Buysse uit Knesselare omdat we er voor het grootste deel van de wedstrijden vrij zijn om ons programma zelf te kiezen, zo ook onze trainingen. Je kan dan niet verwachten om veel wedstrijden te rijden in het buitenland. Bovendien, zou het combineerbaar zijn met mijn studies? Nu ook rij ik maar één wedstrijd per week en ik vind dat voldoende. Als ik ooit in het buitenland koers zal ik een in te halen achterstand hebben op renners die er wel koersten, zeker voor wat meerdaagse wedstrijden betreft. Tijdens de vakantie moet het lukken om ervaring op te doen in het buitenland. En wie weet plant mijn club misschien nog een deelname aan een meerdaagse in het buitenland dit seizoen?
7. Hoe combineer je studies en het wielrennen? Tijdens de leerperioden, zeker voor de examens, is het minder trainen en misschien zelfs een week niet koersen. Verder kan ik studies en wielrennen goed combineren. Ook de uitslagen op school zijn goed. Volgend jaar, als belofte, zal het moeilijker zijn. Maar dat zijn nu niet mijn zorgen.
8. Als wat voor type renner zou je jezelf omschrijven? Mijn lichaamsbouw zou geschikt moeten zijn om te presteren op vlakke en harde wedstrijden. In slecht weer en veel wind voel ik mij ook in mijn sas. De tijd zal wel uitmaken voor welke type wedstrijden ik zal ingezet worden.
9. Ben je bijgelovig? Wat zijn de kenmerken? Superstitie is niet aan mij besteed. Verder geniet ik zoveel mogelijk van het leven. Mijn broerke heeft dat geluk niet gehad. Zo leef ik me steeds uit in elke wedstrijd waar ik aan deelneem. Ik weet dat ik daardoor ranking plaatsen verlies, maar ik doe dat graag. Aan de start van een wedstrijd heb ik absoluut geen last van zenuwen, we zien wel wat komt.
10. Wanneer ga je tevreden zijn van het seizoen? Het is nu mijn vijfde koersseizoen. Vanaf het eerste seizoen ben ik in wedstrijden blijven groeien. Als die groei zich dit seizoen verder zet zal ik klaar staan om bij de beloften te rijden. De uitslagen zullen wel vanzelf volgen.