Maarten Goossens heeft inmiddels afscheid genomen van het wielrennen en stort zich volledig op zijn werk als werfleider. Cyclingsite.be overloopt met Maarten zijn wielercarrière.
1. Wanneer ben je gestart met het wielrennen? Hoe bij de sport terecht gekomen? Op 15-jarige leeftijd ben ik in de wielersport terecht gekomen. Ik heb dat jaar nog de 5 laatste koersen van het seizoen gereden als eerstejaars nieuweling. Ik had gedacht dat ik meteen kon meedoen voor de knikkers, maar blijkbaar was in de zetel zitten en spelletjes spelen op de computer niet voldoende om in het weekend voor te komen in het toneel. Na mijn eerste koers ben ik stilletjesaan beginnen trainen zodat ik uiteindelijk mijn 5e koers toch kon uitrijden. Ik had de overstap naar de wielersport gemaakt omdat ik met knieproblemen sukkelde. Ik deed namelijk aan atletiek en liep in de winterperiode crossen. Lopen was met mijn knieën geen optie meer, vandaar dus de overstap. Mijn nonkel kende Bob de Cnodder, dus zo ben ik terecht gekomen bij het DCM – GB-Vorselaar Cycling Team.
2. Op al je jaren in het peloton zal je wel verschillende goede en slechte momenten hebben beleefd. Wat waren voor jouw de belangrijkste? Ik houd vooral goede herinneringen over aan mijn tijd als wielrenner. De stages, de wekelijkse trainingen, de trainingsmakkers, alle fratsen die we onderweg meemaakten, …. Maar op sportief vlak ben ik vooral tevreden over mijn periode als 2e jaars junior. In dit seizoen behaalde ik mijn enigste overwinning, stond in de top 15 van de BVB, behaalde mooie ereplaatsen in grote koersen. Ik werd onder andere 12e in de Omloop het Nieuwsblad en in de ronde van Vlaanderen speelde ik ook een grote rol, daar hield pech mij echter van een mooie uitslag. Later bij de beloften werd het moeilijker om een belangrijke rol te spelen in het koersverloop. Op een goede dag kon ik mij tonen en zo een dichte ereplaats behalen. Ik was echter niet snel aan de meet, en die echte krachtige versnelling om aan het einde van een koers nog alleen weg te kunnen geraken had ik ook niet in mij. Hiervoor ben ik toch wel teleurgesteld. Als ik terug kijk op mijn periode als belofte vind ik het tot op de dag van vandaag nog steeds jammer dat hier geen overwinning tussen staat. Dat is dus een iets minder mooi gevoel dat ik over hou aan mijn wielercarrière. Grote tegenslagen of slechte momenten heb ik echter nooit gekend. Ik was bang in een peloton, waardoor mijn remmen altijd vlot dicht gingen. Hierdoor ben ik nooit in valpartijen verzeilt geraakt waardoor ik nooit ernstige blessures heb opgelopen.
3. Wist je bij de start van het seizoen al, dat dit u laatste was? Ben je tevreden erover? Ik wist zelfs in de loop van vorig jaar al dat dit mijn laatste seizoen als wielrenner zou zijn. Ik wou toch nog persé van ploeg veranderen, bij de gesprekken werd dit dan ook zo meegegeven. Ik mag heel tevreden zijn over het voorbije seizoen. Ik vond terug een ploeg die in mij geloofde en mij ook de kansen gaf om mij te bewijzen. Ik heb vele mooie interclubs kunnen rijden die om mijn lijf geschreven waren en heb hierin dan ook enkele mooie uitslagen kunnen behalen met een 3e plaats in Averbode als uitschieter. Ik werd er tevens ook 1e belofte (dus uiteindelijk toch een kleine, maar onofficiële overwinning). Mijn vorige ploeg geloofde niet meer in mijn kunnen, waardoor onze wegen onvermijdelijk moesten scheiden. Een goede keuze zo bleek achteraf gezien. Een overstap naar RABC had, achteraf bekeken, veel eerder moeten gebeuren. Ik kon er zonder druk van de ploeg uit mijn ding doen wat ook resultaat opleverde. Hiervoor ben ik hen dan ook zeer dankbaar.
4. Gaan we u nog zien langs het parcours? Als er nog eens een koers dicht bij de deur is zal ik misschien nog wel eens een kijkje gaan nemen. Verder zal ik geregeld eens naar mijn vriendin gaan kijken en zal ik misschien zelf nog toeristenkoersen, duatlons of triatlons betwisten. De focus ligt nu op mijn job als werfleider.
Fiets aan de haak Maarten Goossens: " Ik was bang in het peloton"
Bookmark/Search this post with