Kenny De Ketele gaat bij Belgian Cycling aan de slag als Track Development Endurance Coach. Die taak als coach bij de federatie combineert de atleet met zijn loopbaan als renner, nog minstens tot en met de Olympische Spelen van Tokio.
Kenny De Ketele (32) beschikt als pistier over een schat aan ervaring. Die deelt hij voortaan als lid van de technische staf van Belgian Cycling met junioren baanrenners die actief zijn in de uithoudingsdisciplines. Die renners worden door Kenny De Ketele bijgestaan in de voorbereiding van en tijdens belangrijke wedstrijden zoals EK’s en WK’s. Tegelijk blijft Kenny De Ketele ook volop professioneel atleet. De renner van Sport Vlaanderen-Baloise denkt nog lang niet aan afhaken en blijft gedreven om te presteren op internationaal niveau. De man die Belgian Cycling als eliterenner vier gouden Europese medailles en één wereldtitel schonk wil graag uitblinken op de piste in Tokio en blijft dus minstens zo lang zijn loopbaan als profrenner combineren met zijn taak bij Belgian Cycling als Track Development Endurance Coach.
Stéphane Wernimont blijft zich namens Belgian Cycling verder inzetten als coach van de sprinters.
Jos Smets, directeur van Belgian Cycling, is blij dat de sportieve staf van de federatie versterkt wordt met de komst van Kenny De Ketele. “Hij is de geknipte man om de jongeren de kneepjes van het vak bij te brengen”, luidt het. “De Ketele is niet alleen een begaafd atleet, hij is ook gedreven om zijn kennis door te geven. Zo schoolden Kenny en Moreno De Pauw als geroutineerd ploegkoerskoppel in de aanloop naar het WK in Hongkong Jolien D’Hoore en Lotte Kopecky bij op technisch vlak, onder meer wat de aflossingen betrof. Met goed gevolg, want ons damesduo werd wereldkampioen.”
Ploegkoers olympisch
Geen wonder dus dat Jos Smets blij is dat de ploegkoers – de discipline sneuvelde in 2009, in de aanloop naar de Spelen van Londen – straks in Tokio weer wordt opgevist in het olympische programma. “Niet alleen omdat wij als Belgen traditioneel goed uit de verf komen in deze discipline, maar ook omdat de madison ook kleinere landen – federaties met minder financiële mogelijkheden – de kans biedt om competitief te zijn. Ploegkoers is nu eenmaal minder ‘high tech’ dan bijvoorbeeld de ploegenachtervolging, een proef waarin het materiaal ook een belangrijke rol speelt.”
Als lid van de pistecommissie van de UCI speelde Smets een belangrijke rol in het opnieuw introduceren van de ploegkoers. “Een paar reglementswijzigingen maakten de discipline aantrekkelijker voor het grote publiek. Voortaan is het niet langer zo dat een ploeg die een winstronde neemt de koers op tactisch vlak lam kan leggen. Wie een bonusronde neemt kan voortaan alleen maar op extra puntengewin rekenen, en in plaats van om de twintig ronden wordt er nu elke tien ronden gespurt. Dat maakt het vertoon aantrekkelijker. Het was echt niet vanzelfsprekend om een eerder geschrapte discipline weer op het programma van de Olympische Spelen te krijgen, maar gelukkig vond de nieuwe formule snel genade in de ogen van het IOC. Na het EK en het WK krijgen de dames straks in Tokio ook de kans om voor olympisch goud te gaan in de ploegkoers. Mooi voor ons land, mooi voor de piste in het algemeen.”