Jurgen Van den Broeck op onderzoek bij dokter Toon Claes in Herentals

Door Kurt Vermeerbergen op 4 Jul 2013 - 21:04
Printvriendelijke versieVerstuur per e-mail

Eerder deze avond stond Jurgen Van den Broeck de pers te woord in het teamhotel. Hij deed er zijn relaas over de val, de uren nadien en zijn gedwongen opgave. Morgenvroeg vliegt hij terug naar België waar hij een afspraak heeft bij dokter Toon Claes in Herentals.

Jurgen Van den Broeck: “Bij de val gisteren kreeg mijn rechterknie een zware slag. Op het eerste zicht waren er enkel schaafwonden. Maar mijn knie werd al snel dik en ik kon hem niet meer plooien. Er bleek vocht in te zitten. Tot half één vannacht hebben dokter Mathieu en kinesist Tim Aerts mijn knie verzorgd. Ze hebben er ijs opgelegd om de zwelling onder controle te houden en deden er alles aan om de mobiliteit te verhogen. Ik hoopte er gisteravond nog steeds op dat het vandaag beter zou zijn. Deze nacht heb ik amper geslapen en heb alle uren op de klok gezien. Vanmorgen trok de dokter 85 cc vocht uit mijn knie en dat was quasi allemaal bloed, geen goed teken dus. Vervolgens waagde ik toch een poging op de rollen, maar gedurende twintig minuten slaagde ik er niet een volledige omwenteling rond te draaien. Dan weet je genoeg: starten was uitgesloten.”

“Het is inderdaad de tweede keer dat ik door pech de Tour moet verlaten. In 2010 en 2012 verging het mij wel goed, de oneven jaren zijn precies niet aan mij besteed (lacht). Het was nochtans heel goed begonnen. De ritten op Corsica verliepen volgens een perfect scenario. Dinsdag reden we bovendien een schitterende ploegentijdrit. Maar gisteren sloeg dan het noodlot toe. Ik was aan het uitbollen toen Bouhanni en Trentin voor mij vielen. Of ik daar wel moest zitten? Er kan altijd een breuk ontstaan waardoor je seconden verliest, dat was het geval in de Ronde van Catalonië en dat wilde ik vermijden.”

“Nu wordt het afwachten waar ik dit seizoen nog zal koersen. Of ik net zoals na mijn val in 2011 de Vuelta zal rijden valt nog af te wachten. Eerst zien wat de dokter morgen te vertellen heeft. Toen ik in twee jaar geleden moest opgeven, heb ik de Tour van thuis gevolgd, maar dat was een marteling. Wat ik dit keer zal doen weet ik nog niet. De laatste 8 kilometer heb ik vandaag wel gezien vanuit mijn bed. Het deed enerzijds pijn dat ik er niet bij was, maar anderzijds doet het ook deugd dit te zien; het is prachtig voor de ploeg en we zullen het zeker vieren deze avond. Het contrast kan groot zijn: eerst euforie na de geslaagde de ploegentijdrit, dan de hel door mijn opgave en dan nu de vreugde om de ritzege van André.”