Jurgen Van de Walle neemt afscheid als wielrenner

Door Kurt Vermeerbergen op 9 Oct 2013 - 09:36
Printvriendelijke versieVerstuur per e-mail

De Ronde van Lombardije was wellicht de laatste wedstrijd van Jurgen Van de Walle. Op vrijdag 11 oktober zou de 36-jarige West-Vlaming afscheid nemen in de kermiskoers van Zwevezele, maar een blessure aan het linkerbeen lijkt deze plannen te dwarsbomen. Wally maakte zijn profdebuut in 1999 en kwam drie seizoenen geleden naar de Lotto-ploeg waar hij een gewaardeerde helper was.

Zelf mocht hij drie keer de handen de lucht in gooien, waaronder twee keer aan het eind van Halle – Ingooigem. Daarnaast was er nog de collectieve overwinning met QuickStep in de ploegentijdrit van de Ronde van Qatar in 2008. Van de Walle verzamelde ook een aantal ereplaatsen, zo werd hij zowel in 2008 als 2009 een keer tweede in een etappe in het Critérium du Dauphiné. In 2010 eindigde hij derde in de Brabantse Pijl. Van de Walle nam deel aan alle Grote Rondes en reed er negen in totaal. De Vuelta was dit jaar de laatste. We blikken met Wally terug op zijn carrière en vroegen hem ook hoe hij het wielrennen heeft zien evolueren.

Jurgen Van de Walle:“Wellicht zal de Ronde van Lombardije mijn laatste koers geweest zijn. Ik heb namelijk een probleem aan mijn linkerbeen, opgelopen bij een val in de Vuelta. Mijn been voelt wat slaperig aan, waardoor ik zondag in Lombardije geen kracht had en vroegtijdig afstapte. Ik zal vrijdag aanwezig zijn in Zwevezele, maar zal normaal gezien niet meefietsen tenzij er een spectaculaire verbetering is.”

“Als beginnend beroepsrenner had ik zeker getekend voor deze carrière. Ik ben een pure knecht, het ontbreekt mij aan explosiviteit om een afwerker te zijn. Ik heb al vroeg ingezien wat mijn kwaliteiten waren en heb daar mijn carrière kunnen rond bouwen. Toen ik bij de grotere ploegen reed, kon ik mij in de rol van helper waardevol maken. Zelf winnen blijft altijd een aangenaam moment, daar droom je toch van als je met wielrennen start. Ik ben geen winnaarstype, dus de keren dat het lukte, maakte dat me heel blij.”

“Al van mijn kindertijd was de Tour één van mijn favoriete wedstrijden, bij uitbreiding alle Grote Rondes. Zelf deelnemen aan de Tour blijft uiteraard speciaal, het oprijden van de Champs Elysées zal ik me altijd blijven herinneren. Ik hou van alle koersen bergop. Mijn klassieker is altijd Luik-Bastenaken-Luik geweest. Dat heb ik altijd de mooiste koers gevonden. Wat me ook altijd zal bijblijven is toen ik als neoprof voor het eerst aan de Ronde van Vlaanderen deelnam en het moment dat ik van ‘t Zand naar de Markt van Brugge reed, daar stond zo veel volk. Ik ben van de streek en ik kende veel mensen langs de kant, dat was overweldigend.”

“Het wielrennen is door de jaren heen enorm geëvolueerd, met lichte overdrijving kan je zeggen dat het bijna een andere sport is geworden. In het begin bij Palmans gingen we met een transitbusje naar de koers, nu is dat met de luxueuze bus van Lotto Belisol. De omkadering is verdrievoudigd. Bovendien is er vooral de laatste vijf jaar de tendens gekomen om de wedstrijden zo lastig mogelijk te maken. Met de komst van de ProTour en vervolgens de WordTour is er veel veranderd. Alles is veel professioneler, maar er is ook veel meer druk gekomen op de renners.”