Lotto Soudal-renner Harm Vanhoucke is derde geëindigd in een memorabele elfde etappe van de Ronde van Italië. Vanhoucke maakte samen met ploegmaat Roger Kluge deel uit van een vroege vlucht van elf renners die op weg naar Montalcino streed om de ritzege. De 23-jarige Harm Vanhoucke maakte een sterke indruk op de Toscaanse grindwegen en stak zijn hand uit naar een eerste overwinning bij de profs. In de diepe finale werd Vanhoucke echter genekt door pech. De jonge Belg ging tegen de grond en werd gedwongen tot een fietswissel. Na een razende achtervolging kwam hij nog dicht bij de twee koplopers, maar Vanhoucke moest zich uiteindelijk neerleggen bij een derde plaats. De Zwitser Mauro Schmid won de rit, Roger Kluge bolde als zevende renner over de streep.
“Ik ben echt immens ontgoocheld”, begint Harm Vanhoucke. “Ik voelde me vandaag echt de sterkste renner van de kopgroep maar helaas strooide een valpartij en een fietswissel op tien kilometer van de finish roet in het eten. In een razende achtervolging heb ik nog heel wat renners opgerold. Uiteindelijk strand ik op een kleine halve minuut van de winnaar, maar helaas verloor ik door die fietswissel iets te veel tijd om nog voor de ritzege te gaan.”
Vrijwel meteen na de start in Perugia vormde zich een ontsnapping van elf, met daarbij Lotto Soudal-renners Roger Kluge en Harm Vanhoucke. Het peloton maakte geen aanstalten om de achtervolging in te zetten en zo liep de maximale voorsprong van de vluchters op tot maar liefst 14 minuten. Al vrij snel werd duidelijk dat de ritwinnaar zich vooraan bevond. In een waar spektakel over Toscaanse grindwegen ging Harm Vanhoucke vol voor de ritzege maar de jonge Belg moest zich na een valpartij uiteindelijk tevreden stellen met een derde plaats.
Harm Vanhoucke: “Ik was toch wat verrast dat het peloton ons zo een grote voorsprong gaf, want ik dacht dat deze rit zou worden beslist onder de klassementsrenners. Gelukkig voor ons draaide het anders uit. Roger Kluge verzette ook bergen werk in de kopgroep en viel ook meermaals aan zodat ik wat krachten kon sparen. Eigenlijk had ik deze rit helemaal niet aangestipt en was het de etappe waar ik het meeste schrik voor had. Bovendien had ik nog nooit op zo een dergelijk lange grindstroken gereden, ook niet op training. Ik was dan ook blij om deel uit te maken van de kopgroep, want ik had niet graag in het peloton gereden vandaag. Onderweg sprokkelde ik ook nog wat bergpunten, misschien komen die later wel nog van pas…”