Van 8 tot 10 juli vindt in Dessel op het JOEL SMETS BMX CIRCUIT het EK BMX racing 2022 plaats. Na de succesvolle editie van 2013 organiseert BMX 2000 Dessel voor de tweede keer dit Europees kampioenschap. In de aanloop naar dit EK, blikken we vooruit met één van de bekendste BMX’ers van de organiserende club Elke Vanhoof. Elke Vanhoof nam al tweemaal deel aan de Olympische Spelen en werd in 2015 Europees kampioene. Ze kijkt nu uit naar een EK in eigen dorp.
We zochten haar op voor een interview over haar carrière.
Een EK in Dessel, waar je opgroeide, is speciaal voor jou?
Elke Vanhoof : Ja, zeker wel. Ik groeide hier op en reed mijn eerste wedstrijden bij BMX 2000. We hadden hier in het begin zelfs nog geen BMX parcours in Dessel, dit is er pas gekomen in de zomer van 2000. Voor mij betekent het dus zeker veel, voor Dessel en omstreken zelf trouwens ook wel want alle deelnemers die niet op de camping verblijven gaan op hotel moeten gaan en hebben eten nodig, dit is dus ook een goede zaak voor de lokale horeca.
Je hebt de sport mee groot en bekend gemaakt in ons land. Wat betekent BMX in het algemeen nu in België?
Elke Vanhoof: BMX is super hard gegroeid van het moment dat het Olympisch werd. Je merkte dat aan de support. We kregen meer geld van het Olympisch comité en Team Belgium. Het is spijtig dat ik de laatste jaren geblesseerd ben geweest, waardoor de resultaten uitbleven of ik zelf niet kon fietsen. Als je niet in de aandacht komt, pikken de media het ook niet op, het is een vicieuze cirkel waar je in verzeild geraakt. Het gaat en staat met geld, sponsors, media aandacht, ook voor de rijders dan. Je hebt vedetten nodig om de sport bekend te maken.
Hoe hoog is het niveau nu in Europa?
Elke Vanhoof: Vroeger gingen de rijders van hier naar Amerika. Nu ligt het niveau hoger dan dit van Amerika, zowel bij de vrouwen als bij de mannen is dit de laatste jaren het geval. Sinds vorig seizoen is de categorie U23 erbij gekomen, junioren kunnen naar de elite overstappen als ze denken daar klaar voor te zijn maar als dat niet zo is, kunnen ze naar de U23 wat echt wel een stap in de goede richting is voor de jongeren.
Het EK in Dessel gaat zeker een wedstrijd zijn om naar uit te kijken, zowel om dit live mee te maken om live te kijken via de livestreams die er gaan zijn. Het is dus allemaal veel professioneler geworden dankzij de Olympische Spelen. Je ziet dat ook bij de jeugd die veel professioneler begeleid wordt en op die manier hebben ze ook een toekomst in de BMX sport.
Hoe zie je jezelf nog evolueren de komende jaren?
Elke Vanhoof: De Spelen van Parijs is het einddoel en het seizoen 2023-2024 is mijn laatste jaar, toch op dit moment, wie weet als we zo ver zijn (lacht).
Ik heb nog een aantal zaken die ik wil afvinken zoals mijn sprinttijden, krachtsessies enz. zijn heel goed en zelfs beter dan ooit, ik ben sterker dan ooit maar ik moet dit nog alleen kunnen vertalen op de BMX fiets natuurlijk.
Het EK in Dessel staat in het rood aangestipt, ik heb hier altijd gewoond en ben er opgegroeid en wil hier voor eigen volk dus goed presteren.
Verder zijn de wereldbekers en de wereldkampioenschappen de komende jaren belangrijk. Zonder die wereldbekers kan ik me niet kwalificeren voor de Spelen van Parijs in 2024.
In het begin van mijn topsportcarrière zijn we niet veel naar wereldbekers geweest, ook door financiële omstandigheden. Toch heb ik op enkele wereldbekers op het podium gestaan.
Ik weet dat er meer in zit dan dat ik ooit heb laten zien, of dat er ook gaat uitkomen, dat weten we niet al blijf ik positief en denk van wel, anders was ik wellicht al gestopt.
Vorig jaar had ik mijn hersenschudding. Ik heb de Spelen van Tokio met de hakken over de sloot gehaald, ik was zowel fysiek als mentaal niet in vorm wat ook onmogelijk was gezien de situatie.
Ik heb uiteindelijk wel deelgenomen om mijn contract veilig te stellen. Daarna wou ik alles terug opbouwen en richting de Spelen in Parijs. Ik zou het allemaal niet gedaan hebben zonder Parijs in mijn achterhoofd want in Parijs wil ik een medaille halen en niet voor de derde keer gewoon zomaar mee rijden. Het zal ook een andere beleving zijn omdat het dichter bij huis is, ook de familie en vrienden hebben de kans om daar te supporteren.
En wat ga je dan doen na je carrière?
Elke Vanhoof: Het Project 91 heb ik opgestart en bestaat dit jaar tien jaar en daar wil ik mee verder doen. Ik vind het geweldig om met jongeren samen te werken en hun progressie te zien, ik kan ze ook enorm veel leren.
Elite en junioren wil ik ook wel coachen, er zal een keer iemand binnen stappen die de nodige begeleiding zoekt en die wil ik dan zeker verder helpen.
Terug gaan studeren is ook een plan. Ik heb heel wat cursussen achter de rug die coaching gericht waren maar nu wil ik helemaal iets anders gaan doen zoals businessmarketing bijvoorbeeld en dan mijn eigen bedrijf opstarten.
Dat is ook een beetje topsport hé en daar ga ik me zeker thuis voelen, al zal ik de kneepjes van het vak nog moeten leren natuurlijk, zoals we met topsport hebben moeten doen.
Ik ben enorm nog enorm gedreven in mijn sport maar ik ben er al wel mee bezig en zie het helemaal zitten om na Parijs een nieuw hoofdstuk te beginnen. Ik heb nog zoveel ideeën die ik wil realiseren.
Momenteel is Defensie je werkgever. Hoe werkt dat als topsporter?
Elke Vanhoof: In België kan je op twee manieren topsporter worden. Ofwel via Sport Vlaanderen, waar ik de eerste jaren van mijn carrière zat, ofwel bij Defensie.
Defensie waar ik nu werkzaam voor ben geeft ook de mogelijkheid om aan topsport te doen. De normen liggen wel hoog, nu moet je meteen twee finales op een wereldbeker behalen. Daarom zou een tussenstap moeten mogeliijk zijn. Je hoeft niet meteen een volwaardig contract te krijgen, een halftijds contract of iets dergelijk zou al een mooi begin zijn met lagere normen zodat je tijd krijgt om te groeien, gewoon om de jongeren de kansen te geven om zich te bewijzen.
Bedankt voor het interview en nog veel succes in de toekomst.