Tweedejaars junior Born de Dobbelaere combineert het veldrijden met het wegwielrennen en met succes. In Boortmeerbeek kwam hij als eerste uit de modder en kon voor de eerste keer van het seizoen het zegegebaar maken. Inmiddels is Born begonnen aan de voorbereidingen van zijn wegseizoen.
1. Voor je startte met veldrijden/wielrennen deed je aan motorcross. Was je daar succesvol in?
In de motorcross reed ik altijd rond de top 5 plaatsen en deed ik mee voor de kampioenschappen op Belgisch niveau. Ik reed regelmatig podium en in de reeks nieuwelingen 85cc werd ik 3e op het Belgisch kampioenschap. Vlak voor corona ging ik proberen om een Europese wedstrijd mee te doen maar jammer genoeg blesseerde ik mij enkele weken ervoor waardoor dit niet gelukt is.
2. Wanneer ben je met veldrijden/wielrennen gestart en waarom de keuze voor deze sport?
Na het motorcrossseizoen fietste ik voor het plezier. Mijn opa (vake) kocht me een koersfietsje en daar reed ik mijn eerste cyclocross mee. Ik deed regelmatig mee aan wedstrijden maar altijd zonder enige verwachting. Hoe vaker ik cyclocroste hoe beter het ging en na een tijdje stond ik op het podium en dit iedere winter waardoor het cyclocrossen een doel werd. Sinds corona heb ik de keuze gemaakt om het wielrennen als eerste sport te nemen.
3. Naar wat gaat je voorkeur uit: wielrennen of veldrijden? Waarom?
Ik denk dat voor mij beide disciplines gelijk staan. In de cyclocross is er het technische en het individuele wat naar voren komt wat gelijk ligt met het motorcrossen van vroeger. Het wegwielrennen gaat dan net wat beter dan het cyclocrossen en het mee koers maken vind ik leuk.
4. Je hebt net een rustperiode achter de rug en je zit nu in je opbouw richting wegseizoen. Hoe verloopt deze?
De opbouw is nog maar net gestart. Ik heb een goed gevoel op de fiets en ben blij dat ik weer mag beginnen trainen.
5. Hoe kijk je terug op je crossseizoen tot nu toe?
In het begin liepen de crossen wat moeilijker. In de B-crossen ging het altijd redelijk goed met enkele podiums en een overwinning. In de A-crossen ging het dan minder, enkele keren pech en een aanslepende blessure die ondertussen opgelost is hielden me wat van een goede ereplaats waar ik wel op hoopte.
6. Wat is voor jou het ideale crossparcours?
Het ideale crossparcours voor mij is een cross met wat hoogteverschil en waar het technische een belangrijke rol speelt.
7. Ga je nog veel crossers rijden en zo ja welke ?
Ik ga nog enkele crossen doen vanaf februari. Ik zal terug starten in Maldegem en dan misschien nog 1 cross in Lille maar vanaf 18 februari ga ik op stage met de Isorex ploeg.
8. Wat zijn je ambities voor het nieuwe wegseizoen?
Ik denk dat ik komend wegseizoen mezelf geen druk mag opleggen maar gewoon mijn eigen ding moet doen. Ik ga proberen zo contant mogelijk te zijn en zo komt er misschien hier een daar een podium of meer, maar dat zien we dan wel.
9. Welke wedstrijden liggen jouw het beste?
Het sprinten ligt mij goed maar daarnaast kan ik ook redelijk klimmen. Ik doe het liefst koersen die op het einde wat beginnen doorwegen bij de meeste en waar er een verschil kan gemaakt worden op een klimmetje.
