Angelo van den Bossche is bezig aan zijn eerste jaars als belofte. Deze week start Angelo in de ronde van Vlaams-Brabant.
1. Hoe kijk je terug op je juniorenperiode? De juniorenperiode was tot nu toe de mooiste periode in mijn wielercarrière. De provinciale titel die ik kon veroveren in Merelbeke was het hoogtepunt van een geslaagd jaar. Ik heb verschillende klassiekers kunnen rijden waardoor ik al wat ervaring had opgedaan.
2. Is de overstap van junior naar belofte verlopen zoals je zelf vooropgesteld had? Wat was de moeilijkste aanpassing? De eerste weken van het wielerseizoen kon ik meteen vlot meekoersen en zat ik ook een aantal maal in de juiste ontsnapping. Het is natuurlijk wel even aanpassen en vooral het groter verzet en het aantal wedstrijdkilometers waren de grootste aanpassingen die ik ondervond.
3. Je reed als voorbereiding op het wegseizoen ook enkele veldritten. Hoe waren deze? De veldritten die ik meereed waren louter voorbereiding op het wegseizoen. Ik startte er zonder persoonlijke verwachtingen en nam dit op als een doorgedreven training.
4. Het seizoen is nu ongeveer halverwege. Tevreden over de eerste maanden? De eerste 2 maanden waren beter als verwacht. Ik kon mij een aantal keer in de kijker rijden en dat werd ook opgemerkt door andere ploegen. Nadien ben ik wat beginnen sukkelen met mijn lichaam. Een peesontsteking die me 2 weken van de fiets hield, daarna een opspelende rug. Begin mei ging ik op stage met de ploeg en daarna reed ik de Fleche du Sud tussen de profs. Dit was misschien iets te veel waardoor ik een drietal weken hiervan heb moeten bekomen. Sinds een tweetal weken voel ik me terug in orde en ben ik klaar om deel twee van het seizoen aan te vatten.
5. Je was al actief in enkele profkoersen. Ben je dan extra zenuwachtig om te mogen rijden tegen hen? Hoe waren deze wedstrijden? De eerste profkoers die ik reed in Luxemburg was ik toch wel nerveus. Een vijfdaagse rittenkoers met gemiddeld 2000 hoogtemeters iedere dag is natuurlijk niet vanzelfsprekend. Ik heb uiteindelijk deze wedstrijd wel kunnen uitrijden waar ik wel tevreden mee was. Nadien stonden er vooral prof kermiskoersen op het programma. Halle Ingooigem vond ik persoonlijk de mooiste ervaring van dit seizoen. Ik mocht er starten tegen Tom Boonen en Zdenek Stybar. Dit waren en zijn nog altijd mijn idolen en dan doet het wel iets als ze naast je komen rijden in het peloton.
6. Naar welke wedstrijden kijk je dit seizoen nog uit? De ronde van Vlaams-Brabant heb ik wel met stip aangeduid om daar een goed klassement te kunnen rijden. De week nadien is het Belgisch Kampioenschap op een parcours dat me wel moet liggen dus daar verwacht ik ook wel wat van. Daarnaast probeer ik me in iedere koers die nog komt te laten zien en een resultaat te rijden.
7. Hoe staat het met je tijdrit capaciteiten? Dat weet ik zelf niet zo goed. In de ronde van Vlaams Brabant zit een individuele tijdrit dus daar zal ik zien waar ik sta.
8. Als wat voor type renner zou je uzelf omschrijven? Op dit moment kan ik niet iets specifiek opnoemen. Ik kan zowel op een heuvelachtig als op een vlak parcours een goede uitslag rijden. Alles hangt natuurlijk af van de vorm van de dag. Voor in de toekomst denk ik eens te zien hoe ver ik kan komen met mijn klimmerscapaciteiten. Meerdere personen rondom mij zeggen dat ik eens moet mij daar op gaan specialiseren omdat ik er de bouw wel voor heb. Met mijn gewicht van 60kg heb ik er wel de aanleg voor.
9. Spurt of solo? Waarom? Op de moment denk ik dat ik nog niet sterk genoeg ben om solo te kunnen winnen. In de spurt met een klein groepje ben ik echter niet kansloos.
10. Wat geniet je voorkeur: een klimwedstrijd of een wedstrijd door regen en/of wind? Waarom? Het liefst gaat mijn voorkeur uit naar een klimwedstrijd maar ik vind het niet erg om eens een wedstrijd te rijden waar alles de hele dag op de kant hangt. Om in het laatste nog te beteren zou ik wel nog wat kracht moeten winnen.
11. Wanneer ga je tevreden zijn van het seizoen? Ik ben tevreden als ik tegen het einde van het seizoen mij eens heb kunnen laten zien in een profkoers. Daarnaast wil ik in een regionale wedstrijd eens meestrijden voor een overwinning.
12. Hoe combineer je het wielrennen met school/werken? Moeilijk? Ik volg de richting Leerkracht lichamelijke opvoeding aan de hogeschool in Sint-Niklaas. De meeste lesdagen duren tot 18uur waardoor het in de winter moeilijk is om nadien nog te gaan trainen. Daarom ga ik na dit schooljaar veranderen van studietraject waardoor ik een jaartje langer naar school zal moeten gaan maar wel meer tijd heb om te kunnen trainen.
